Leestaak 5.3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Leestaak 5.3

Lesdoel

Aan het einde van de les... 

- heb je geoefend met leesvaardigheid

Herhaling: feit en mening

Herhaling: verwijswoorden

In een tekst staan vaak verwijswoorden. Ze verwijzen naar één of meer woorden in de tekst. Verwijswoorden zorgen voor afwisseling in een tekst. Voorbeelden van verwijswoorden: hij, hem, zij, haar, het, dat, die, daar. 

Hoe kom je erachter waar een verwijswoord naar verwijst?

Stel een vraag die begint met:

• wie

• wat

• waar

Lezen

Samen: 

• verkennend lezen
  
• opdracht 13
  
• nauwkeurig lezen
  

Wat is verkennend lezen ook al weer?

Maken

Opdracht 14 t/m 17

Klaar? Test jezelf! en NUMO (lezen). 

Zelfstandig

Lesdoelen check!

Wat is een mening?

1. Iets wat je kunt controleren
2. Dit vindt iemand ergens van

Geef je mening over de les

Een voorbeeld van een feit is...

1. Het schoolgebouw is groen.
2. Het is warm.

Bedenk een feit

Kees gaat vandaag op vakantie. ____ heeft er zin in.
(Kies het juiste verwijswoordje)