T3B1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Thema 3 De bloedsomloop

B1 - Bloed

Leerdoelen

Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun functies 

samenstelling bloed

Bloedplasma

• 55% van het bloed is bloedplasma
• Bevat water, eiwitten en opgeloste stoffen
• Vervoert stoffen zoals afvalstoffen en voedingsstoffen

Rode bloedcellen

• Hebben geen kern zoals andere lichaamscellen.
• De belangrijkste taak is dat ze zuurstof vervoeren. 
• De cellen danken hun rode kleur aan de stof hemoglobine. 

Witte bloedcellen

• Hebben wel een celkern
• Belangrijkste taak is het het onschadelijk maken van ziekteverwekkers zoals bacteriën.
• Kunnen van vorm veranderen
• Kunnen door de  wand van bloedvaten heen.
• Na het onschadelijk maken van ziekteverwekkers gaan ze dood en vormen zo etter

Witte bloedcel, hoe werkt die?

Bloedplaatjes

• Zijn delen van cellen
• Hebben dus geen celkern
• Belangrijkste taak is zorgen voor bloedstolling

Opdrachten 

Maken 3.1 opdracht 1 t/m 6 (blz. 131) 

Je gaat de eerste 5 minuten zelfstandig aan de slag!

rode bloedcellen

bloedplaatje

bloedplasma

witte bloedcel

kan door de wand van het kleinste bloedvat

vervoert zuurstof naar de cellen

zorgt voor het stollen van het bloed

hierin zitten voedingstoffen en afvalstoffen opgelost

hebben een vaste vorm en kunnen niet door de wand van het kleinste bloedvat heen

vangt en doodt bacterieën

etter (pus)

dode witte bloedcellen en dode bacteriën in een wond

bloedplasma

vloeistof waarin bloedplaatjes en bloedcellen zitten

bloedplaatjes

stukjes van cellen die uit elkaar zijn gevallen

witte bloedcellen

bloedcellen die ziekteverwekkers onschadelijk maken

bloedstolling

het dik worden van bloed

rode bloedcellen

bloedcellen die zuurstof vervoeren