4.1 Wapengeweld wereldwijd

H4: Conflicten
4.1 Wapengeweld wereldwijd
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

H4: Conflicten
4.1 Wapengeweld wereldwijd

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Wat gaan we doen?

  • Uitleg
  • Opdracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Je weet waar de gewapende conflicten in de wereld voorkomen
  2. Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan
  3. Je kunt samenhang in conflicten ontdekken met behulp van atlaskaarten 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Kaart bekijken met leerlingen zodat leerlingen een beeld krijgen van de wapenconflicten op de wereld. Voorkennis activeren wat helpt bij dat de leerlingen zich competent voelen over het onderwerp.
soorten conflicten
gewapend conflict

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel doden moeten er per jaar minstens vallen bij een gewapend conflict?
A
10
B
25
C
75
D
100

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewapend conflict

Een aanhoudende strijd waarbij in totaal minstens 25 doden per jaar vallen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gewapende conflicten?
1. islamitische wereld
2. Zuidoost-Azië
3. sub-Sahara in Afrika

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflicten ontstaan:

Waar mensen macht uitoefenen op een andere groep, terwijl die daar niet van gediend is. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten conflicten
1. internationaal conflict
Conflict dat zich tussen twee of meer staten afspeelt.

VB: Tweede Wereldoorlog

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorlog in Syrie
2. Geïnternationaliseerd conflict

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er aan de hand? 
  1. Aangemoedigd door de Arabische lente in Egypte, gingen tieners de straat op, de overheid was niet blij en pakte ze op
  2. Mensen gingen massaal de straat op, de overheid zette het leger in en sloeg de protesten gewelddadig neer

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er aan de hand? 
3. Een maand na de start van de protesten was de burgeroorlog een feit. Delen van de politiemacht keerden zich tegen Assad. 
4. Verschillende groepen en landen gingen zich met de binnenlandse oorlog bemoeien. Jihadistische groepen voegden zich in de oorlog en de koerden in het Noorden riepen onafhankelijkheid uit

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er aan de hand? 
5. IS neemt een deel van Syrie over. Miljoenen mensen slaan op de vlucht. 
6. Na aanslagen in EU door IS komen er militaire acties vanuit andere landen om dit tegen te gaan. Bijvoorbeeld door de VS De dagen van Assad lijken geteld
7. Rusland meld zich op het toneel. Waar het regime van Assad was opgehouden ging Rusland verder en bombardeerde scholen en ziekenhuizen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er aan de hand? 
8. Terwijl IS steeds meer grond verliest, wint Assad steeds meer grond van de rebellen. 
9. Er worden allerlei internationale pogingen gedaan voor een staakt het vuren, maar geen resultaat.
10. Turkije valt het noorden binnen om de Koerden weg te drijven. De VS is er dan ook nog, tegen verdrag VN in. 
11. Meer dan 10 jaar later is de aanstichter van het geweld, Assad nog steeds aan de macht. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Filmpje uit 2018
soorten conflicten
3. binnenlandse conflicten/burgeroorlog
Conflict tussen bevolkingsgroepen binnen de grenzen van een land.


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke conflicten kennen jullie al?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Global Peace Index

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je conflicten begrijpen?

Je moet kennis hebben over staatskunde.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een staat?
A
Een gebied
B
Een land met een grens
C
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is
D
een volk dat in een land woont

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat
1. een gebied met een grens eromheen 
2. binnen de staat zijn regels en wetten 


Andere landen mogen zich niet bemoeien met aangelegenheden binnen de staat.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volk
- Groep mensen die het gevoel hebben bij elkaar te horen.

Op welke gebieden?
1. geloof
2. taal.
3. gemeenschappelijke geschiedenis

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Friezen zijn een volk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Natie
Volk dat woont in een zelfstandige 
staat of deze graag wil vormen.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een territorium?
A
Het gebied van een land
B
Woongebied van een volk
C
Het gebied dat van jou is
D
Het gebied van je hond

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Territorium

Woongebied van een volk.

Provincie Friesland territorium van het Friese volk.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke situatie heb je de meeste kans op een conflict?
A
Situatie 1
B
Situatie 2
C
Situatie 3

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

200 staten
5000 volken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seperatisme
De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden
Waarom? 
Omdat ze achtergesteld of onderdrukt worden

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

200 staten
5000 volken

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsgroep Oeigoeren. Wie zijn dit en waar woont deze bevolkingsgroep? Gebruik foto's om dit duidelijk te maken.

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leefgebied Oeigoeren

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oeigoeren
Oeigoeren protesteren. Sommige Oeigoeren streven afscheiding van China na.
   
In welke regio van China wonen de Oeigoeren?
Xinjiang


Oeigoeren verschillen van Chinezen, doordat:
  • ze een variant van de Turkse taal spreken
  • ze islamitisch zijn
  • de beste banen naar Han-Chinezen gaan

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oeigoeren
China vindt de Oeigoeren niet Chinees genoeg. Hoe wil China dat veranderen?
  • de Oeigoeren worden heropgevoed in kampen


Waarom is het gebied waar de Oeigoeren wonen belangrijk voor China?
  • er zitten veel grondstoffen in de bodem

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken opdrachten 4.1

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Je weet waar de gewapende conflicten in de wereld voorkomen
  2. Je begrijpt waardoor binnenlandse conflicten kunnen ontstaan
  3. Je kunt samenhang in conflicten ontdekken met behulp van atlaskaarten 

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions