Lezen: Les 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... kun je het tekstdoel van een tekst bepalen.
• ... kun je de tekstsoort van een tekst bepalen.

Tekstdoelen

Welke 5 tekstdoelen ken je al?

Welke tekstsoorten horen erbij?

Quizje over leesvaardigheid

5 vragen

Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten. Sleep het juiste doel naar de bijbehorende tekstsoort.

Activeren

Amuseren

Overtuigen

Informeren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Overtuigen

Informeren

Activeren

Wat is de hoofdgedachte?

Hoofdgedachte ?

1. Man vindt vogelspin in fruit en dit is vrij uniek.
2. Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
3. Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
4. De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Hoofdgedachte?

1. Een groepsapp kun je goed gebruiken voor je huiswerk, voor extra uitleg van opdrachten en voor opdrachten waarmee je een bonus kunt verdienen.
2. Een groepsapp kan ook nadelen hebben.
3. Je moet samen duidelijke regels afspreken over hoe en waarvoor je de app gebruikt.
4. Een groepsapp is handig voor als je iets niet snapt van de opdrachten die je thuis moet doen.

Wat is de hoofdgedachte?

1. Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
2. Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
3. Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
4. Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Wat is het tekstdoel?

1. instrueren
2. overtuigen
3. informeren
4. activeren

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. gevonden pootafdrukken van dino's
2. het Schotse eiland Skye
3. wetenschappers in Schotland
4. dino's leefden in een gezin

Zelf aan de slag

Je leest en maakt H1, par. 3, opdr. 4 en 5.

--> Let op: bij opdr. 4 maak je alleen vr. 1 en 2.

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.

2. Huiswerk ander vak afmaken.

3. Leren toets / lezen.

Einde van de les