Thema 4 - 60 - WI VMBO T - Week3 - Pythagoras: Schuine zijden berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

WELKOM!

Pythagoras uit Samos (Griekenland, 570 BC)

Bekend als: Wiskundige (meetkunde) en filosoof. 

Ook bijdrage in .... muziek!! 

Meest bekend met:
de Stelling van Pythagoras

Week3 - Zijden bereken

• Kwadraten bereken
• Rechthoekige driehoek herkennen
• Zijden in een driehoek benoemen
• Toepassen van .... "De stelling van Pythagoras"

Leerdoel

1. Ik kan de rechthoekszijden en de schuine zijde van een rechthoekige driehoek bepalen.
2. Ik kan de gegevens bij een rechthoekige driehoek in een tabel over rechthoekszijden en schuine zijde plaatsen.
3. Ik kan met behulp van de stelling van Pythagoras en een tabel de schuine zijde van een rechthoekige driehoek berekenen.

Wat weet ik en kan ik al? 

• Kwadraten bereken
• Rechthoekige driehoek herkennen
• Gelijkvormigheid bepalen
• Vergrotingsfactoren bereken en toepassen

Wat is het kwadraat van 9?

1. 18
2. 3
3. 81
4. 36

Wat is het kwadraat van 7?

1. 21
2. 3,5
3. 14
4. 49

√​121​​​=...

1. 12
2. 11
3. 10
4. 8

Welke driehoeken zijn rechthoekig?

1. 1, 2, 4
2. 2, 3, 4
3. 1, 3, 5
4. 1, 2, 3

Geef ALLE rechte hoeken die je kan zien.

1. Hoeken: B, C en L
2. Hoeken: B, P, L en A
3. Hoeken: B, P en Z
4. Hoeken: B, P en L

Welke uitspraken zijn waar?
a) AB en AC zijn rechthoekszijdes.
b) LM en PR zijn rechthoekszijdes.

1. a) is waar b) is waar
2. a) is onwaar b) is waar
3. a) is waar b) is onwaar
4. a) is onwaar b) is onwaar

ABC is gelijkvormig met
KLM. CB komt overeen met ....
(geef ALLE mogelijke antwoorden)

Δ

Δ

1. PQ
2. ML
3. LM
4. MK

ABC is gelijkvormig met
KLM.
De vergrotingsfactor van
ABC naar KLM is ....

Δ

Δ

Δ

Δ

1. ​2​​1​​
2. 2
3. 3
4. 5

ABC is gelijkvormig met KLM.
Hoe groot is KL?

1. 10
2. 2,5
3. 6
4. 11

Zijden in een rechthoekige driehoek

Leerdoel1 van deze week:

Ik kan de rechthoekszijden en de schuine zijde van een rechthoekige driehoek bepalen.

Aandachtspunten

!! De schuine zijde zit NIET aan de rechte hoek vast !!

!! De schuine zijde zit TEGENOVER de rechte hoek !!

!! De twee rechtshoekszijden zitten vast aan de ..... rechte hoek!!

Afkorting:

Rechthoekszijde: RHZ 

Schuine zijde: SZ

Tekst

??

??

??

SZ 1

SZ 2

SZ 3

Gegevens in een tabel

Leerdoel2 van deze week.

Ik kan de gegevens bij een rechthoekige driehoek in een tabel over rechthoekszijden en schuine zijde plaatsen.

Waar moet ik de gegevens in de tabel plaatsen?

• Eerst gegevens verzamelen
• Dan gegevens in tabel plaatsen
       Schuine zijde (SZ) onderaan je tabel
       Volgorde van RHZ's maakt niet uit
• Bepaal of je moet optellen of aftrekken, dan pas berekenen
• Als laatste wortelen
• Een goed ingevuld tabel laat je al zien wat je moet doen!!!

 

 

4

6

?

4

6

36

16

Zelf schuine zijde bereken

Leerdoel3 van deze week

Ik kan met behulp van de stelling van Pythagoras en een tabel de schuine zijde van een rechthoekige driehoek berekenen.

Zelf schuine zijde bereken

Aandachstpunten 

• Ga opzoek naar de rechte hoek  en de twee rechthoekszijden
• Noteer je gegevens in een nette tabel
• Bereken de schuine zijden m.b.v. de tabel
• De schuine zijde is ALTIJD de langste zijde! ALTIJD!!! ALTIJD!!

Nu jij!!

Bereken mbv tabellen en zelf gekozen namen voor hoekpunten de lengtes van de schuine zijden van driehoek A en B. Eén tabel bij A is al voorgedaan.

Rond af op 1 decimaal en werk in tweetallen. 

Kijk na met het nakijkmodel van de docent. Klaar? Doe hetzelde voor driehoek C.

Huiswerk en zelfstandig werken

Huiswerk voor week 3:

Hoofdstuk 4: alleen opdracht 21, 22, 23

en 5

Andere activiteiten

Nakijken hoofdstuk 1 tm 3

Welke begrippen
gebruiken we bij de
stelling van Pythagoras?

Welke rekenvaardigheden
gebruiken we bij de
stelling van Pythagoras?

Leerdoel

1. Ik kan de rechthoekszijden en de schuine zijde van een rechthoekige driehoek bepalen.
2. Ik kan de gegevens bij een rechthoekige driehoek in een tabel over rechthoekszijden en schuine zijde plaatsen.
3. Ik kan met behulp van de stelling van Pythagoras en een tabel de schuine zijde van een rechthoekige driehoek berekenen.

Laat met de Stelling van Pythagoras zien welke van de driehoeken rechthoekig is.
Geef een berekening per driehoek. Werk weer in tweetallen.

Laat je berekening zien aan je docent.