Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lezen H4 (2)
Argumentatie
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
- Je weet het verschil tussen standpunt, argument(en), tegenargument(en) en weerleggingen
Slide 2 - Diapositive
Planning deze les
- herhaling theorie Lezen h4
- nakijken huiswerk
- huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een tegenargument en weerlegging?
Slide 4 - Question ouverte
Tegenargumenten en weerlegging
Niet eens met iemands argumentatie? Je kunt dan argumenten tegen het standpunt inbrengen en/of de argumenten weerleggen.
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt
Met een weerlegging ontkracht je een argument
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Nakijken Lezen H4: startopdr.
A - F - D - B - C - I - J - G - H - E - K
Slide 8 - Diapositive
Nakijken Lezen H4: opdr. 1
1 (correcte) werkwoordspelling
2 eigen antwoord
3 Ze kreeg een berichtje van een kennis waarin een werkwoord fout gespeld was.
4 Hij had even geen zin om erover na te denken, want hij schreef een whatsapp, geen dictee.
5 Toch
Slide 9 - Diapositive
Nakijken Lezen H4: opdr. 1
Slide 10 - Diapositive
Nakijken Lezen H4: opdr. 1
Slide 11 - Diapositive
Nakijken Lezen H4: opdr. 1
8 (1) Ze hoopt dat er een enge tiran komt die iedereen verplicht weer degelijk te schrijven. (2) Ze wil een campagne werkwoordspelling, met grote billboards langs de snelweg.
9 overtuigen – de auteur wil vooral de lezer ertoe overhalen werkwoordspelling net zo belangrijk te vinden als zij zelf vindt.