HV2 Talent §2.3 en §3.3 Lezen

§2.3 Noem 3 voorbeelden van een informatieve tekst
timer
0:40
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

§2.3 Noem 3 voorbeelden van een informatieve tekst
timer
0:40

Slide 1 - Question ouverte

In een samenvattend interviewverslag laat de interviewer de vragen weg, vat antwoorden gedeeltelijk in eigen woorden samen en wisselt ze af met letterlijke uitspraken van de geïnterviewde persoon
timer
0:20
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Noem 3 functies van de inleiding en 2 functies van het slot.
timer
1:30

Slide 3 - Question ouverte

§3.3 Wat is het tekstdoel van een betogende tekst?
timer
0:10
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 4 - Quiz

Wat gebruikt de schrijver om de lezer ervan te overtuigen dat zijn mening juist is?
timer
0:20

Slide 5 - Question ouverte

Een argument kan alleen een mening zijn.
timer
0:15
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Feit of mening?: Het aantal vuurwerkslachtoffers tijdens de jaarwisseling is verdubbeld ten opzichte van de vorige jaarwisseling.
timer
0:15
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Feit of mening: 'Andermans eigendommen slopen is een kwalijke zaak'
timer
0:15
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Feit of mening: Het is goed dat gym een verplicht schoolvak is.
timer
0:15
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Kritisch lezen: Welke vragen stel je jezelf bij een feit als mening?
timer
0:40

Slide 10 - Question ouverte

Kritisch lezen: En welke vragen stel jezelf bij een mening als argument?
timer
0:45

Slide 11 - Question ouverte

Welk tekstverband?:
I. Ik heb goed geleerd voor de toets, dus ik denk dat ik een voldoende haal.
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Bedenk een zin met een samenvattend tekstverband.
timer
0:40

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk een zin met het tekstverband oorzaak-gevolg.
timer
0:40

Slide 14 - Question ouverte

Welk tekstverband?: Gijs kwam te laat thuis, omdat hij geen afscheid kon nemen van zijn vriendinnetje.
timer
0:15
A
tijdsvolgorde
B
redengevend
C
concluderend
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quiz