Je kunt beschrijven hoe in je lichaam de verworven/specifieke afweer ontstaat en de rol van verschillende lymfocyten daarbij uitleggen.
BINAS 84L
Slide 7 - Diapositive
1
2
4
5
3
Slide 8 - Diapositive
Specifieke afweer
Wordt gestart door een Antigeen Presenterende Cel (APC):
Een fagocyt die een ziekteverwekker heeft 'opgegeten'
Slide 9 - Diapositive
APC - fagocyt
Fagocyten die bijvoorbeeld een bacterie hebben opgenomen zullen deze verteren en vervolgend delen ervan op hun celmembraan presenteren.
Hiervoor gebruikt de fagocyt het MHC-II eiwit.
Slide 10 - Diapositive
1
Slide 11 - Diapositive
Lymfe stelsel
De fagocyt (APC) verplaatst zich naar een lymfeknoop en presenteert het antigeen aan T-helper cellen (Th-cellen).
Slide 12 - Diapositive
2
Slide 13 - Diapositive
APC activeert T-helpercel (BINAS 84L1 linksboven)
Slide 14 - Diapositive
Cytotocische T cellen
De Th-cel activeert Tc-cellen (Cytotoxische T cellen) met dezelfde receptor.
De geactiveerde Tc-cellen (cytotoxische T cellen) herkennen met die receptor geinfecteerde lichaamscellen en prikken deze lek -> cellen gaan dood.
Slide 15 - Diapositive
3
Slide 16 - Diapositive
B cellen
De Th-cel activeert B-cellen met dezelfde receptor
Geactiveerde B cellen vormen plasmacellen
Slide 17 - Diapositive
4
Slide 18 - Diapositive
Plasmacellen/ antistoffen
Plasmacellen produceren antistoffen die dezelfde vorm hebben als de receptor.
Antistoffen binden heel specifiek aan het antigeen en dus aan de ziekteverwekker.
Slide 19 - Diapositive
1
2
4
5
3
Slide 20 - Diapositive
BINAS 84L
Plak gebeurtenissen 1 t/m 5 op deze tabel, waar vind je welk deel terug?
Slide 21 - Diapositive
1
Slide 22 - Diapositive
2
Slide 23 - Diapositive
3
Slide 24 - Diapositive
4
Slide 25 - Diapositive
5
Slide 26 - Diapositive
Cellulaire afweer:
met Tc cellen
Slide 27 - Diapositive
Humorale afweer:
met antistoffen
Slide 28 - Diapositive
Synoniemen
B-cellen = B-lymfocyten
Th-cellen = Thelper cellen = Th-lymfocyten
Tc-cellen = cytotoxische T-cellen = Tc-lymfocyten
Slide 29 - Diapositive
Vraag
(BINAS 84L) Wat houdt de klonering en differentiatie van
Th-cellen, Tc-cellen en B-cellen in?
Slide 30 - Diapositive
Vraag
(BINAS 84L) Wat houdt de klonering en differentiatie van
Th-cellen, Tc-cellen en B-cellen in?
klonering: deling, er worden meer exemplaren gevormd
differentiatie: er worden verschillende typen gevormd (zoals geheugencellen)
Slide 31 - Diapositive
Vraag
Waarom heb je bij een infectie met een virus zowel Tc-cellen als B-cellen nodig?
Slide 32 - Diapositive
Vraag
Waarom heb je bij een infectie met een virus zowel Tc-cellen als B-cellen nodig?
Omdat je aan de ene kant de vrije virussen moet wegvangen ter voorkoming van nieuwe infecties (met antistoffen) maar ook de geïnfecteerde cellen moet doden om te voorkomen dat er steeds nieuwe virussen worden gemaakt (met Tc cellen).
Slide 33 - Diapositive
Vraag
Hoe herkennen de Tc-cellen een geïnfecteerde cel?
Slide 34 - Diapositive
Vraag
Hoe herkennen de Tc-cellen een geïnfecteerde cel?
(vorige les)
Doordat alle cellen eiwitten op hun celmembraan dragen (op het MHC-I molecuul) dit op dat moment in de cel worden gemaakt. Dit zijn viruseiwitten in geval van een geïnfecteerde cel.
Slide 35 - Diapositive
BINAS 84L1
rechtsboven
Slide 36 - Diapositive
Leerdoel 7
Je kunt het ontstaan en de werking van antistoffen uitleggen.
BINAS 84K
Slide 37 - Diapositive
B-cel met receptor
Plasmacel met antistoffen
B-cel receptoren en antistoffen zijn eiwitten: immunoglobulinen
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
BINAS
84K
Slide 41 - Diapositive
Vraag
Welk type antistoffen kan van moeder op ongeboren kind worden overgedragen?
Welk kenmerk zorgt hier waarschijnlijk voor?
Slide 42 - Diapositive
Vraag
Welk type antistoffen kan van moeder op ongeboren kind worden overgedragen?
IgG antistoffen
Welk kenmerk zorgt hier waarschijnlijk voor?
Ze zijn klein en kunnen dus door de bloedvatwand in de placenta
Slide 43 - Diapositive
Benoem 1, 2 en 3
Slide 44 - Diapositive
1: MHC-I
2: antigeen
3: receptor
/immuno-globuline
Slide 45 - Diapositive
Lesdoel 16.3 Je kunt
beschrijven hoe in je lichaam de verworven afweer ontstaat en de rol van verschillende lymfocyten daarbij uitleggen (leerdoel 6).
het ontstaan en de werking van antistoffen uitleggen (leerdoel 7).
La durée de la leçon est: 50 min
