Palliatieve training 3: Psychische symptomen en dementie in de palliatieve fase

Palliatieve training 3
Psychische symptomen en dementie in de palliatieve fase 
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Palliatieve training 3
Psychische symptomen en dementie in de palliatieve fase 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Programma

Slide 3 - Diapositive

Doel van de training:
De cursist kan aan het einde van deze module:​

Het ontstaan van de psychische symptomen delier, depressie en angst in de palliatieve fase benoemen​
De psychische symptomen van een delier, depressie en angst in de palliatieve fase herkennen​
Weten wat er gedaan kan worden aan de psychische symptomen delier, depressie en angst in de palliatieve fase​
De belangrijkste punten uit deze module met een klinische les overdragen op collega’s​





Slide 4 - Diapositive

Delier​

Depressie​
Angst​
Dementie in de palliatieve fase
Verdieping Palliatieve Sedatie


Slide 5 - Diapositive

Wie ben je?​
Wat is jouw ervaring?​
Wat wil je leren vandaag?

Slide 6 - Diapositive

Delier

Slide 7 - Diapositive

Een delier kan zowel voor de patiënt als voor​
de naasten en hulpverleners een zeer angstige en schokkende ervaring zijn.​

Slide 8 - Diapositive

Nursing 2014
’Wees extra alert op delier in de palliatieve fase’​

Slide 9 - Diapositive

Wat is een Delier?
Een delier is een toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen), waarbij het bewustzijn wisselend gestoord is en de patiënt vaak verward is. Er is altijd sprake van stoornissen in aandacht, denken en concentratie met daarbij vaak hallucinaties en/of wanen.

Slide 10 - Diapositive

Oorzaken
Er is altijd een onderliggende somatische aandoening of het is een effect van een (genees)middel. Omdat zelfs in de palliatieve fase één of meer van deze onderliggende aandoeningen behandelbaar kunnen zijn,​

is het goed hier actief naar te zoeken​

Slide 11 - Diapositive

Verhoogd risico bij:
leeftijd >70 jaar​
preëxistente cognitieve stoornissen zoals bij dementie of CVA​
visus- en gehoorstoornissen​
stoornissen in de activiteiten van het dagelijks leven (ADL)​
gebruik van alcohol en opioïden

Slide 12 - Diapositive

Door somatische aandoening
Voorbeelden​
Koorts​
Pneumonie​
Urineweginfectie​
Obstipatie​
Onttrekking (nicotine, alcohol)​
Medicamenten​
Lever of Nierfalen

Slide 13 - Diapositive

Verschijnselen ​
Verwardheid, praat vaak onsamenhangend​
Kan de aandacht er niet bijhouden​
Niet helder zijn en niet normaal reageren op omgeving​
Verliest greep op de werkelijkheid​
Soms gedachten die niet kloppen (wanen)​
Ziet, hoort of ruikt dingen die er niet zijn​
Kan hierdoor heel angstig zijn en in paniek raken

Slide 14 - Diapositive

Let op
Iemand met een delier kan door deze verschijnselen onrustig worden of juist stil, of afwisselend onrustig en stil!!

Slide 15 - Diapositive

Onrustig (hyperactief)
Plukken​
Uit bed willen​
Achterdochtig​
Schrikachtig​
Kwaad ​
Agressief 





Stil (hypoactief) 
Slaperig/Suf en apathisch​
Moeilijk oogcontact maken​
Verlies van initiatief

Slide 16 - Diapositive

Terminaal Delier​
Bij 85-90% van de cliënten gedurende de laatste uren tot dagen voorafgaande aan het overlijden​

Slide 17 - Diapositive

Kan je een delier zien aankomen?​
- slapeloosheid 's nachts en sufheid overdag​
- levendige dromen of nachtmerries​
- illusies​
- korte en corrigeerbare momenten van desoriëntatie​
- moeite met denken​
- rusteloosheid​
- geïrriteerdheid​
- angst

Slide 18 - Diapositive

Diagnostiek​
Lichamelijk onderzoek, meet temperatuur, bloeddruk en hartslag en ademfrequentie​
Gebruik de DOS (Delirium Observatie Screening)-schaal.​

Slide 19 - Diapositive

DOS score uitleggen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Beleid​
Haal onrust door symptomen (bijv. pijn die niet onder controle is) en delier niet door elkaar​
Geef uitleg aan patiënt en omgeving over de oorzaak van de verwardheid en over de veranderingen in bewustzijn, cognitie en gedrag

Slide 22 - Diapositive

Hoe behandel je een delier?
Het liefst door de oorzaak weg te nemen!!​
Behandelen van bijvoorbeeld ontstekingen, uitdroging en obstipatie

Slide 23 - Diapositive

Opdracht: Wat te doen bij een Delier?
In groepen van 3-4 personen​
Jullie krijgen een Flap​
Zoek op Internet: Welke interventies zijn belangrijk bij een delirante cliënt?​
Tijd 15 minuten​
Daarna samen bespreken: wat hebben jullie gevonden?​

Slide 24 - Diapositive

Delier vs Dementie: Video​

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Dementie in de palliatieve fase

Slide 27 - Diapositive

Wat is dementie

Slide 28 - Diapositive

Oorzaken

Slide 29 - Diapositive

Verschijnselen

Slide 30 - Diapositive

Diagnostiek

Slide 31 - Diapositive

Hulpmiddelen

Slide 32 - Diapositive

Dementie in de terminale fase

Slide 33 - Diapositive

Depressie
Somberheid als symptoom komt veel voor bij patiënten met kanker in de palliatieve fase, net als bij​

de patiënten met hartfalen​
en patiënten met COPD in het laatste jaar voor het overlijden.

Slide 34 - Diapositive

Somberheid als normale reactie
Een sombere stemming kan bij patiënten in de palliatieve fase optreden in het kader van een 'normale' emotionele reactie op een stressvolle gebeurtenis, zoals de diagnose van een levensbedreigende ziekte of de boodschap dat genezing niet meer mogelijk is.​

Slide 35 - Diapositive

Wanneer is er sprake van een depressie?​

r minstens twee weken bijna elke dag minimaal 5 van de volgende symptomen aanwezig zijn:​
Depressieve/sombere stemming​
Verlies van belangstelling en interesse in bijna alle activiteiten​
Veranderde eetlust​
Problemen met slapen​
Gejaagd of geremd gedrag​
Vermoeidheid en verlies van energie​
Gevoelens van waardeloosheid of onterechte schuldgevoelens​
Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie​
Terugkerende gedachten aan de dood​

Slide 36 - Diapositive

Risico Factoren
Leeftijd​
Patiënten met kanker hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een depressie op jongere leeftijd (30-50 jaar); over de mogelijke invloed van leeftijd op depressie bij andere somatische aandoeningen is minder bekend.​
Geslacht​
Binnen de ‘normale' populatie komt depressie vaker bij vrouwen voor dan bij mannen; de gegevens hierover zijn echter minder eenduidig bij patiënten met een levensbedreigende ziekte.​

Slide 37 - Diapositive

Risico Factoren vervolg​
misbruik van alcohol, nicotine of andere middelen​
bepaalde persoonlijkheidskenmerken zoals een afhankelijke persoonlijkheid​
eenzaamheid en gebrek aan steun van de directe omgeving. Deze kunnen een rol spelen bij het ontstaan van depressiviteit. Dit geldt zowel voor het ontstaan van depressies in het algemeen als voor het ontstaan van depressies bij patiënten met kanker.​
eerdere major life events.​
een eerder doorgemaakte depressie​
familiaire belasting ​

Slide 38 - Diapositive

Casus

Slide 39 - Diapositive

DEPRESSIVITEIT BIJ PATIËNTEN IN DE PALLIATIEVE FASE WORDT ZELDEN ALS ZODANIG ONDERKEND EN DERHALVE EVENMIN BEHANDELD. EEN DEPRESSIE IS DAARMEE EEN VEEL GEMISTE DIAGNOSE BIJ PATIËNTEN MET EEN LEVENSBEDREIGENDE ZIEKTE!!​
HOE ZOU DIT KOMEN DENKEN JULLIE?

Slide 40 - Diapositive

Opdracht: Wat kan jij doen bij een cliënt met een depressie?​
In groepjes van 3-4 personen​
Zoek op internet! (let op betrouwbare informatie) en uiteigen ervaring​
Wat kan een verzorgende of verpleegkundige doen bij een depressieve cliënt? (Denk bijvoorbeeld aan omgang, interventies, houding etc)​
Schrijf je antwoorden op.​
Nabespreken met de hele groep.​

Slide 41 - Diapositive

Angst​
Angst is een gevoel verbonden met dreiging van gevaar en onheil. Het onderscheid tussen normale en pathologische angst bij patiënten met een levensbedreigende ziekte wordt bepaald door de mate waarin het dagelijks functioneren wordt verstoord. ​

Slide 42 - Diapositive

Angst te onderscheiden in:​
reactieve angst: gevoelens van beklemming en vrees als reactie op dreigend onheil of gevaar ​


angststoornis door een somatische aandoening en/of een middel: angst als direct gevolg van een lichamelijke ziekte of een geneesmiddel ​

(andere) angststoornissen: vormen van angst die een hoge lijdensdruk veroorzaken en/of continu aanwezig zijn en/of het dagelijks functioneren belemmeren ​



Slide 43 - Diapositive

IN DE PALLIATIEVE FASE GAAT HET MET NAME OM REACTIEVE ANGST EN ANGSTSTOORNISSEN DOOR EEN SOMATISCHE AANDOENING EN/OF EEN MIDDEL. ANGST GAAT VAAK SAMEN MET DEPRESSIE​

Slide 44 - Diapositive

Opdracht: Wat zie je bij angst?​
Ga in duo’s met elkaar in gesprek​
Wat zie je als iemand angstig is?​
Schrijf 2 praktijkvoorbeelden op​
Waarvoor had jouw cliënt angst?​
Tijd 10 minuten​
Nabespreken is de groep

Slide 45 - Diapositive

Signalen van Angst​
Moeheid​
Spanning​
Transpireren ​
Hartkloppingen ​
Kortademigheid ​
Duizeligheid​
Frequente mictie ​
Diarree​
Slikproblemen ​
Rillingen​
Verhoogde prikkelbaarheid ​
Slaapproblemen

Slide 46 - Diapositive

Angst kan komen door:
Pijn​
Kortademigheid; ​
Medicatie​
Onttrekking van alcohol, benzodiazepinen, opioïden, nicotine​
Koorts​
Delier​
Dementie

Slide 47 - Diapositive

Maar ook:​
Wanneer de patiënt en zijn naasten zich realiseren dat het einde nadert, worden ze geconfronteerd met onzekerheden en existentiële vragen en spelen angsten voor het komende lijden, onzekerheid en verlies van controle, autonomie en waardigheid​

Slide 48 - Diapositive

Opdracht: Omgaan met angst​
In duo’s ​

Zoek antwoord op de vragen​
Op internet en uit eigen ervaring​
Tijd 10 minuten​
Wat kan je doen om angst te verminderen?​
Zijn er meetinstrumenten om angst te meten?​
Nabespreken in de groep​





Slide 49 - Diapositive

Delier, Depressie en Angst
Kunnen ook zeker met elkaar te maken hebben!​
Zijn soms lastig te herkennen omdat er vaak meerdere symptomen zijn, waar een cliënt last van kan hebben.​
Worden bij dementie vaak gezien​
Komen vaak voor in de palliatieve fase, delier en depressie worden helaas ook regelmatig gemist!

Slide 50 - Diapositive

Wat doe jij om dit niet te missen?​
Raadpleeg een collega en overleg je bevindingen in het team​
Je mag altijd de psycholoog inschakelen (bij verpleeghuis of kleinschalig wonen)​
In overige situaties de huisarts!

Slide 51 - Diapositive

Stellingen:​
Palliatieve Sedatie is een goed alternatief voor euthanasie​

Palliatieve Sedatie doe je met morfine​
Morfine langzaam ophogen met als doel het leven te beëindigen, is slecht medisch handelen​
Morfine ophogen op geleide van pijn en/of benauwdheid: hierdoor ga je eerder dood​
Palliatieve sedatie is een gewone medische behandeling



Slide 52 - Diapositive

Evaluatie en Afsluiting​
Wat vonden jullie van deze module?​
Zijn de doelen bereikt?​
Invullen evaluatieformulieren Samen​

Slide 53 - Diapositive