Herhalen VERSLAG + STARR Voorbereiden op een reflectieverslag + Taalverzorging 3.1 Hoofdletters & 3.2 Leestekens

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling: werkwoordspelling en hoofdletters, gewoon omdat je kennis niet moet wegzakken.

Taalverzorging3.2 Leestekens

Schrijven 2.4 Verslagen Studie & Beroep: Theorie: STARR, voorbereiden op een reflectieverslag + opdracht (via je docent)



Slide 2 - Diapositive

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 3 - Diapositive

In die scherpe bocht ...... mijn vader de vaart. (verminderen, tegenwoordige tijd)
A
vermindert
B
verminderd

Slide 4 - Quiz

De coach ...... ons team naar de overwinning (leiden, verleden tijd)
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
lijden

Slide 5 - Quiz

Onze club heeft zich voor de finale ..... (kwalificeren, voltooide tijd)
A
gekwalificeert
B
gekwalificeerd

Slide 6 - Quiz

Hij liep met de ......... kippen naar de koelcel. (zelf bepalen)
A
geslachte
B
geslachtte
C
geslachten
D
geslachtten

Slide 7 - Quiz

Welke woorden moeten met een hoofdletter?

de coureur reed zijn rondjes op het circuit van zandvoort.

Slide 8 - Question ouverte

Welke woorden moeten met een hoofdletter?

geachte heer van duist,
't is gek maar waar.....

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Goed of fout?
Ik wil deze ongare, smakeloze cake niet eten.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Goed of fout?
Als je wint, heb je vrienden.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Verbeter de interpunctie:
het eerste wat je in supermarkten vaak ziet zijn, sigaretten

Slide 20 - Question ouverte

Wat heb je geleerd over
een verslag schrijven?
(verslag 1 met ChatGPT)

Slide 21 - Carte mentale

Stonden er in dat verslag vooral feiten genoemd of heb je vooral je mening gegeven?
A
feiten
B
meningen

Slide 22 - Quiz

Kennis: Een verslag schrijven

Met een verslag wil je de lezer vooral informeren. Je schrijft bijvoorbeeld over iets wat je hebt meegemaakt of onderzocht.

Vier tips voor het schrijven van een verslag
  1. Verwerk vooral feiten;
  2. Zet die feiten in de volgorde zoals ze zijn gebeurd, dus op tijdsvolgorde oftewel chronologisch;
  3. Gebruik signaalwoorden zoals: toen, daarna, vervolgens, uiteindelijk om die tijdsvolgorde duidelijk te maken;
  4. Schrijf niet alles op wat je hebt meegemaakt, maar alleen de belangrijke en interessante dingen. Dan blijft je verslag aantrekkelijk voor je publiek.

Slide 23 - Diapositive

In de inleiding:
   noem je het onderwerp en trek je de aandacht van de lezer;
   De inleiding bestaat meestal uit één alinea.
   De inleiding heeft GEEN tussenkopje

In het middenstuk van de tekst geef je vooral informatie in de tijdsvolgorde;
   Het middenstuk bestaat uit meer alinea’s.
   De alinea's in het middenstuk hebben tussenkopjes.

In het slot rond je de tekst af met een samenvatting 
   of je geeft je mening over wat je hebt meegemaakt.
   Het slot bestaan meestal uit één alinea.
   Het slot heeft GEEN tussenkopje
Je geeft de drie delen van de tekst aan door witregels te gebruiken. 



Kennis: Opbouw van een verslag

Slide 24 - Diapositive

 Verslag 1 met ChatGPT
Wat deed ChatGPT fout?

Slide 25 - Diapositive

Kennis: Een goede inleiding


In een inleiding trek je de aandacht van de lezer. Daarnaast maak je duidelijk waar de tekst over gaat.
Je trekt de aandacht van de lezer met een binnenkomer. Dat kan op verschillende manieren:


Stel een vraag die je in de tekst gaat beantwoorden.
Wat is de favoriete stad van liefhebbers van moderne architectuur? Zeker: Rotterdam! Ook mijn favoriete stad, maar dan om heel andere dingen.
Vertel een anekdote: een kort, persoonlijk verhaaltje dat met het onderwerp te maken heeft.
Laats liep ik door Rotterdam, zag ik een groep toeristen aandachtig door de Markthal lopen met een gids. Ze waren onder de indruk van wat ze zagen en hoorden. Ook ik ben onder de indruk van Rotterdam, maar dan om andere dingen.

Geef voorbeelden.
Het mooiste van Rotterdam vind ik de skyline, maar ook kan ik erg genieten het water en de bruggen.

Slide 26 - Diapositive

 Verslag 1 met ChatGPT

Trekt ChaGPT de aandacht van de lezer
met een binnenkomer?

Lees eens voor................

Slide 27 - Diapositive

Gebruik de 5W-1H-vragen om te bepalen wat je allemaal in je verslag kunt zetten.

Zet de gebeurtenissen wilt vertellen bij de deelonderwerpen in steekwoorden in de juiste volgorde.

Elk deelonderwerp heeft een tussenkopje.

Let erop dat je rekening houdt met je publiek.


Kennis: Gebruik een schrijfplan

Slide 28 - Diapositive

Reflecteren

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Reflecteren
Voordat je een reflectieverslag kan schrijven, moet je goed nadenken over wat je hebt gedaan en geleerd.

Alleen als je weet hoe het gaat, weet je wat je moet behouden en wat je moet verbeteren.

Slide 31 - Diapositive

Waarom vinden werkgevers 
reflecteren belangrijk?
• Je leert van je eigen gedrag
• Je leer van je eigen fouten
• Je haalt meer uit jezelf

Slide 32 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van goede zelfkennis?

1. Het maakt de samenwerking met andere mensen eenvoudiger.
2. Iemand die zichzelf beter kent is meestal minder gevoelig voor kritiek en opmerkingen van een ander.
3. Zelfkennis maakt het gemakkelijker om van je fouten te leren en nieuwe keuzes te maken.
4. Je weet waar je kracht ligt en waar jouw zwakke punten liggen.

Slide 33 - Diapositive

Taalverzorging
3.2 Leestekens
Gesprekken
STARR
Aan de slag!

Slide 34 - Diapositive