Schrijven 2.4 Verslagen - Hoe zat het ook al weer?

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet hoe een verslag opbouwt (verslag 1).
  • Je kunt een verslag schrijven
  • Je kunt een goede inleiding schrijven
  • Je kunt een goede titel bedenken
  • Je bent in staat een verslag met fouten te herschrijven naar een goed verslag.

Slide 2 - Diapositive

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 3 - Diapositive

Wat heb je geleerd over
een verslag schrijven?
(verslag 1 met ChatGPT)

Slide 4 - Carte mentale

Stonden er in dat verslag vooral feiten genoemd of heb je vooral je mening gegeven?
A
feiten
B
meningen

Slide 5 - Quiz

Kennis: Een verslag schrijven

Met een verslag wil je de lezer vooral informeren. Je schrijft bijvoorbeeld over iets wat je hebt meegemaakt of onderzocht.

Vier tips voor het schrijven van een verslag
  1. Verwerk vooral feiten;
  2. Zet die feiten in de volgorde zoals ze zijn gebeurd, dus op tijdsvolgorde oftewel chronologisch;
  3. Gebruik signaalwoorden zoals: toen, daarna, vervolgens, uiteindelijk om die tijdsvolgorde duidelijk te maken;
  4. Schrijf niet alles op wat je hebt meegemaakt, maar alleen de belangrijke en interessante dingen. Dan blijft je verslag aantrekkelijk voor je publiek.

Slide 6 - Diapositive

 Chronologische volgorde
Wat is er handig aan de dingen te beschrijven in de tijdsvolgorde waarin ze zijn gebeurd?

Slide 7 - Diapositive

Waarom geef je in een verslag vooral feiten?

Slide 8 - Question ouverte

Kennis: Opbouw van een verslag

In de inleiding:
   noem je het onderwerp en trek je de aandacht van de lezer;
   De inleiding bestaat meestal uit één alinea.
   De inleiding heeft GEEN tussenkopje

In het middenstuk van de tekst geef je vooral informatie in de tijdsvolgorde;
   Het middenstuk bestaat uit meer alinea’s.
   De alinea's in het middenstuk hebben tussenkopjes.

In het slot rond je de tekst af met een samenvatting 
   of je geeft je mening over wat je hebt meegemaakt.
   Het slot bestaan meestal uit één alinea.
   Het slot heeft GEEN tussenkopje
Je geeft de drie delen van de tekst aan door witregels te gebruiken. 



Slide 9 - Diapositive

 Verslag 1 met ChatGPT
Wat deed ChatGPT fout?

Slide 10 - Diapositive

Kennis: Een goede inleiding


In een inleiding trek je de aandacht van de lezer. Daarnaast maak je duidelijk waar de tekst over gaat.
Je trekt de aandacht van de lezer met een binnenkomer. Dat kan op verschillende manieren:


Stel een vraag die je in de tekst gaat beantwoorden.
Wat is de favoriete stad van liefhebbers van moderne architectuur? Zeker: Rotterdam! Ook mijn favoriete stad, maar dan om heel andere dingen.
Vertel een anekdote: een kort, persoonlijk verhaaltje dat met het onderwerp te maken heeft.
Laats liep ik door Rotterdam, zag ik een groep toeristen aandachtig door de Markthal lopen met een gids. Ze waren onder de indruk van wat ze zagen en hoorden. Ook ik ben onder de indruk van Rotterdam, maar dan om andere dingen.

Geef voorbeelden.
Het mooiste van Rotterdam vind ik de skyline, maar ook kan ik erg genieten het water en de bruggen.

Slide 11 - Diapositive

 Verslag 1 met ChatGPT

Trekt ChaGPT de aandacht van de lezer
met een binnenkomer?

Lees eens voor................

Slide 12 - Diapositive

Kennis: Titel van een verslag

Met de titel probeer je het onderwerp te noemen en de aandacht van de lezer te trekken.

Bij een verslag kun je kiezen uit twee mogelijkheden:

  1.  Noem het onderwerp van je verslag: Rotterdam
  2.  Geef belangrijke informatie over het onderwerp: Rotterdam, een favoriete stad van velen


Achter een titel zet je NOOIT een punt
maar een vraagteken of uitroepteken mag wel.

Slide 13 - Diapositive

Waarom is de titel van een verslag belangrijk?

Slide 14 - Question ouverte

Wat zou voor jouw
verslag (met ChatGPT)
een goede titel zijn?

Slide 15 - Carte mentale

Leertekst: synoniemen gebruiken
Een tekst wordt saai als er te vaak dezelfde woorden in staan. Zorg daarom voor genoeg afwisseling in je woordkeus.

Waardoor kun je een te vaak herhaald woord vervangen?

Een synoniem is een ander woord met ongeveer dezelfde betekenis.

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is lastig omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak problematisch om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet ingewikkeld: dat is echt overal te koop.


Slide 16 - Diapositive

Waarom is het goed om synoniemen in je tekst te gebruiken?

Slide 17 - Question ouverte

Ik kan moeilijk van snoep afblijven. Het is lastig omdat snoep zo lekker is. Bovendien is het vaak problematisch om gezonde dingen te vinden. Snoep kopen is juist helemaal niet ingewikkeld: dat is echt overal te koop.

Voor welk woord uit het voorbeeld zijn synoniemen gebruikt?
A
snoep
B
moeilijk
C
vinden

Slide 18 - Quiz

Schrijfplan
Gebruik de 5W-1H-vragen om te bepalen wat je allemaal in je verslag kunt zetten.

Zet de gebeurtenissen wilt vertellen bij de deelonderwerpen in steekwoorden in de juiste volgorde.
Elk deelonderwerp heeft een TUSSENKOPJE.

Let erop dat je rekening houdt met je publiek.


Slide 19 - Diapositive

In het NU Nederlands 2F-boek! SCHRIJVEN - Techniek
Aan de slag!

Slide 20 - Diapositive