woorden en grammatica H14

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welke vorm ontbreekt?
rosae, ...., rosis, rosas, rosis

1. rosa
2. rosae
3. rosarum
4. rosam

Welke vorm ontbreekt?
rosa, rosae, ..., rosam, rosa

1. rosa
2. rosae
3. rosarum
4. rosis

Wat betekent:
consulere

1. gaan zitten
2. vallen
3. raadplegen
4. vereren

Wat betekent:
pugna

1. dus
2. strijd
3. teken
4. verhaal

Welke vorm ontbreekt?
deus, ..., deo, deum, deo

1. dei
2. deo
3. deus
4. dea

Welke vorm ontbreekt?
..., deorum, deis, deos, deis

1. dea
2. deum
3. dei
4. deus

Wat betekent:
quondam

1. dus
2. één
3. die, dat
4. eens, ooit

Wat betekent:
colui

1. pf. v. colere; vereren
2. pf. v. considere; vereren
3. pf. v. considere; gaan zitten
4. pf. v. colere; gaan zitten

Welke vorm ontbreekt?
bellum, belli, bello, ..., bello

1. bellam
2. bellum
3. belli
4. bella

Welke vorm ontbreekt?
bella, bellorum, bellis, ..., bellis

1. bella
2. bellos
3. bellis
4. bellas

Wat betekent:
mons (montes)

1. verhaal
2. nieuw
3. berg
4. mond

Wat betekent 'altus' NIET?

1. hoog
2. diep
3. lang

14.A  Het teken van de goden

Dus besloot de tweeling de goden te raadplegen en een teken af te wachten: ieder ging op één van de bergen van Rome zitten en wachtte op de vogels van Rome.

Intussen smeekte Romulus, die op de Palatijn zat, Jupiter:

'Grote Jupiter, aan wie ik altijd veel offers heb gebracht, help mij nu.'

Maar óók Remus, die op de Aventijn zat, smeekte:

'Jupiter, die ik altijd heb vereerd, ik smeek je, zend mij nu een teken.' 

Terwijl de broers smeken, kijk, vliegen (er) zes vogels richting de Aventijn. Remus was al blij, toen zich plotseling twaalf vogels aan Romulus toonden. Wie van hen was nu koning?

Remus, die als eerste zes vogels had gezien, of Romulus, aan wie zich later het dubbele aantal had getoond?

In het gevecht, dat toen tussen de broers is ontstaan, is Remus dood neergevallen. Zo is Romulus koning van Rome geworden.

Romani ét aliam fabulam de morte Remi narrant:

quondam fratres muros urbi novae aedificabant.

In welke tijd staat 'aedificabant'?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. plusquamperfectum

Wat is de naamval van 'urbi novae'?

1. nominativus
2. genitivus
3. dativus
4. accusativus

Muri, quos Romulus aedificabat, nondum alti erant, cum Remus fratrem deridens eos transiluit.

Deinde Romulus Remum, qui muros transiluerat, iratus necavit.

Wat is het antecedent van 'quos'?

1. muri
2. Romulus
3. aedificabat
4. urbi

Wat is de functie van 'quos' in de betrekkelijke bijzin 'quos Romulus aedificabat' ?

1. Onderwerp
2. Lijdend Voorwerp
3. Meewerkend Voorwerp
4. Aanvulling na voorzetsel

Over welk woord zegt 'alti' iets
(r. 15-16)?

1. muri
2. quos
3. nondum
4. erant

In welke tijd staat 'transiluerat'?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. plusquamperfectum

Wat is de naamval, getal en geslacht van 'qui' (r.17) ?

1. nom. mv. M.
2. gen. ev. M.
3. nom. ev. M.
4. acc. ev. M.