T1C week 50

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

11 december

Programma

- Wat hebben we vorige week geleerd?

- Kleine quiz over het huiswerk

- Nieuw onderwerp: 

Opdracht (5 minuten)

Mijn moeder geeft het pakket aan de buren.

1. Persoonsvorm

2. Zinsdelen

3. Gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)

4. Onderwerp

5. Lijdend voorwerp

6. Meewerkend voorwerp

De roosterkamer deelde ons de wijzigingen per sms mee.

Met zijn mobiele telefoon verstuurde Maikel de foto van de Notre Dame aan zijn ouders.

Door het slechte weer rotten de pruimen al aan de bomen.

Bijwoordelijke bepaling

Waar, wanneer, waardoor, waarmee, waarnaar, hoe, hoeveel?

Ook onderdelen van de zin die je gemakkelijk weg kunt laten: ook, wel, niet en toch.

"Prullenbak" als je de zinsdelen geen naam kunt geven.

Voorbeeld

Door het slechte weer rotten de pruimen al aan de bomen.

1. Persoonsvorm

2. Zinsdelen

3. Gezegde (werkwoordelijk en naamwoordelijk)

4. Onderwerp

5. Lijdend voorwerp

6. Meewerkend voorwerp

7. Bijwoordelijke bepaling

Huiswerk

Maak opdracht 15, 17 en 18 van grammatica blok 4. Dit is huiswerk voor woensdag.

Nederlands

12 december

Programma

- Bijwoordelijke bepaling: wat is het ook alweer?

- Opdracht woordsoorten herhalen

- Opdrachten persoonlijk voornaamwoorden

Huiswerk bespreken

In de lange file moest de bus stapvoets rijden.

De beroemde voetballer heeft zijn fans na de finale via de sociale media een bedankje gestuurd.

Een bewoner van Nijmegen vond een oude muur in zijn tuin.

Opdracht: wat zijn de ww, znw, bnw, vz? (10 minuten)

Opdracht (20 minuten)

Maak opdracht 20, 21 en 22 van grammatica blok 4.

Daarna mag je de oefentoets maken.