Grammatica zinsdelen ,bedrijvende en lijdende vorm VO

Grammatica VO
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica VO

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel uur zitten jullie per dag op jullie telefoon?

Slide 2 - Carte mentale

Is het belangrijk om "online" te zijn en waarom is dat?

Slide 3 - Carte mentale

Wat "gebeurt" er als je "niet online" bent?

Slide 4 - Carte mentale

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt      onderwerp

Slide 5 - Diapositive

DOEL:
Aan het einde van de les kunnen jullie een zin in de lijdende vorm omzetten naar een bedrijvende vorm.

Slide 6 - Diapositive

bedrijvende en lijdende vorm
Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm. 
In de bedrijvende vorm doet het onderwerp iets in de zin; het onderwerp is bedrijvig
In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets; het onderwerp lijdt

Slide 7 - Diapositive


Hier doet het onderwerp actief iets!
Iemand doet dus iets!  

1. De juf kijkt het huiswerk van de leerlingen na.


2. De juf heeft het huiswerk van de leerlingen nagekeken.




Hier ondergaat het onderwerp een handeling.
Iets wordt door iemand gedaan! 

1. Het huiswerk van de leerlingen wordt door de juf nagekeken. 

2. Het huiswerk van de leerlingen is door de juf nagekeken.




Bedrijvende vorm (actief)
Lijdende vorm (passief)

Slide 8 - Diapositive

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 9 - Diapositive

Lijdende vorm
De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.
  • De hond is het onderwerp
  • De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
  • Lijdend of passief

Slide 10 - Diapositive

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt       onderwerp
2. persoonsvorm           wordt        worden + volt.dw

Slide 11 - Diapositive

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm                             Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp      wordt       onderwerp
2. persoonsvorm           wordt        worden + volt.dw
3. onderwerp                   wordt        'door ...'

Slide 12 - Diapositive


Omzetten lijdend->bedrijvend

  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 13 - Diapositive

Zet in de lijdende vorm:
De graafmachine vernielt de elektriciteitsleiding.

Slide 14 - Question ouverte

Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisterden veel naar klassieke muziek.







Zet deze zin in de lijdende vorm:
Mijn ouders luisteren veel naar klassieke muziek.

Slide 15 - Question ouverte

Zet in de bedrijvende vorm:
De zak snoep wordt gekocht door Linda.

Slide 16 - Question ouverte

Zet in de bedrijvende vorm
De regels zijn door de kinderen meteen geaccepteerd.

Slide 17 - Question ouverte


Zet deze zin in de bedrijvende vorm:
De uitnodiging wordt door Arjan geschreven.

Slide 18 - Question ouverte

Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en bedrijvende vorm en ik kan zinnen herschrijven van de ene naar de andere vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Aan de slag!
4

Slide 20 - Diapositive