Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp wordt onderwerp
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
DOEL:
Aan het einde van de les kunnen jullie een zin in de lijdende vorm omzetten naar een bedrijvende vorm.
Slide 3 - Diapositive
bedrijvende en lijdende vorm
Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm.
In de bedrijvende ...het onderwerp doet iets iets
In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets
Slide 4 - Diapositive
Hier doet het onderwerp actief iets! Iemand doet dus iets!
1. De jufkijkthet huiswerk van de leerlingen na.
onvoltooid zin
2. De juf heeft het huiswerk van de leerlingen nagekeken.
voltooide zin
Hier ondergaat het onderwerp een handeling.
Iets wordt door iemand gedaan!
1. Het huiswerk van de leerlingenwordt door de juf nagekeken.
2. Het huiswerk van de leerlingen is door de juf nagekeken.
Bedrijvende vorm (actief)
Lijdende vorm (passief)
Slide 5 - Diapositive
Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
Jara is het onderwerp
Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
Bedrijvend of actief
Slide 6 - Diapositive
Lijdende vorm
De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.
De hond is het onderwerp
De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
Lijdend of passief
Slide 7 - Diapositive
Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm onvoltooid Lijdende vorm onvoltooid
1. Lijdend voorwerp wordt onderwerp
2. persoonsvorm - worden + volt.dw
Bedrijvende vorm voltooid Lijdende vorm voltooid
persoonsvorm - zijn + voltooid deelwoord
Slide 8 - Diapositive
Zinnen veranderen
Bedrijvend naar lijdende zin:
1. Is de zin onvoltooid of voltooid?
2. Maak het lijdend voorwerp onderwerp.
Gebruik worden bij onvoltooide en zijn bij voltooide zin.
3. gebruik een bepaling met 'B
Slide 9 - Diapositive
Zet de zin: Jara laat de hond uit in de lijdende vorm. Hoe? volt of onvolt zin? Je maakt het lv het onderwer[ en je gebruikt het werkwoord worden (onv zin) of zijn (volt zin)
Slide 10 - Question ouverte
Zet de zin: Jara heeft de hond uitgelaten in de lijdende vorm. Hoe? volt of onvolt zin? Je maakt het lv het onderwer[ en je gebruikt het werkwoord worden (onv zin) of zijn (volt zin)
Slide 11 - Question ouverte
Zet in de lijdende vorm: De graafmachine vernielt de elektriciteitsleiding.
Slide 12 - Question ouverte
Zet in de lijdende vorm: De graafmachine heeft de elektriciteitsleiding vernield.
Slide 13 - Question ouverte
Zet in de lijdende vorm: Denise schildert de muur van haar slaapkamer
Slide 14 - Question ouverte
Zet in de lijdende vorm: Denise heeft de muur van haar slaapkamer geverfd
Slide 15 - Question ouverte
Tot hier voor vandaag. Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken/
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Omzetten lijdend->bedrijvend
De doorbepaling wordt het onderwerp.
Het onderwerp wordt LV.
Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' of 'zijn' weg.
Slide 17 - Diapositive
Zet deze zin in de lijdende vorm: Mijn ouders luisterden veel naar klassieke muziek.
Zet deze zin in de lijdende vorm: Mijn ouders luisteren veel klassieke muziek.
Slide 18 - Question ouverte
Zet in de bedrijvende vorm: De zak snoep wordt gekocht door Linda.
Slide 19 - Question ouverte
Zet in de bedrijvende vorm De regels zijn door de kinderen meteen geaccepteerd.
Slide 20 - Question ouverte
Zet deze zin in de bedrijvende vorm: De uitnodiging wordt door Arjan geschreven.
Slide 21 - Question ouverte
Aan de slag!
M. opdracht 6 en 10
Slide 22 - Diapositive
Donderdag 10 maart
Terugblik lijdend en bedrijvend
Bespreken opdracht 6 en 10
In LessonUp: vul de laatste twee slides in van grammatica zinsdelen h3
M. instapopdracht 3.8
Slide 23 - Diapositive
Ik kan onderscheid maken tussen de lijdende en bedrijvende vorm en ik kan zinnen herschrijven van de ene naar de andere vorm.