25 januari miljoen, onderwerp, gezegde

Rekenen les 4.1
We leren getallen tot 1 miljoen uitspreken
Aanvullen tot 1 miljoen
1 miljoen in het positieschema

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen les 4.1
We leren getallen tot 1 miljoen uitspreken
Aanvullen tot 1 miljoen
1 miljoen in het positieschema

Slide 1 - Diapositive

Wat zou je doen met 1 miljoen?

Slide 2 - Question ouverte

Hoeveel fietsen zijn er in Nederland?
A
17 miljoen
B
23 miljoen
C
40 miljoen
D
58 miljoen

Slide 3 - Quiz

Hoe schrijf je
één miljoen in cijfers?
A
1000
B
100.000
C
1.000.000
D
10.000.000

Slide 4 - Quiz

1 miljoen
1 miljoen = 1.000.000
dus 6 nullen!
Een miljoen is 1.000 x 1.000

Slide 5 - Diapositive

Tellen met sprongen van 100.000
100.000 - 200.000 - 300.000- 400.000- 500.000
600.000 - 700.000 - 800.000 - 900.000
1.000.000 - 1.100.000

Slide 6 - Diapositive

Wat is de helft van 1 miljoen?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe vaak past 100.000 in 1 miljoen?
A
10 x
B
0,1 x
C
100 x
D
1000 x

Slide 8 - Quiz

Wat is goed?

250 000
A
2,5 miljoen
B
0,2 miljoen
C
0,25 miljoen
D
0,025 miljoen

Slide 9 - Quiz

10 000
100 000
1 000 000
10 000 000
100 000 000
1 000 000 000
Tienduizend
Honderdduizend
Miljoen
Tien miljoen
Honderd miljoen
Miljard

Slide 10 - Question de remorquage

Grote getallen uitspreken
1000                                       1.020.000
10.000                                   1.002.000
100.000
1.000.000
1.000.001
1.200.000

Slide 11 - Diapositive

Grote getallen uitspreken
205                    99.000
2005                 999.000
20.005             999.999
200.005          909.990

Slide 12 - Diapositive

Vul aan tot 1 miljoen
600.000 190.000 255.000
479.000 910.000

Slide 13 - Question ouverte

Taal
onderwerp en gezegde

Slide 14 - Diapositive

Wat is het gezegde?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 16 - Question ouverte

Frits heeft lang op zijn vader gewacht.
Wat is het gezegde?

Slide 17 - Question ouverte

Simone heeft lang op haar vriendin moeten wachten.
Wat is het gezegde?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het gezegde en onderwerp?
Oma heeft een trui gebreid.

Slide 19 - Question ouverte

Bo eet een boterham

Slide 20 - Question ouverte

Mirjam heeft een oproep gedaan.

Slide 21 - Question ouverte