2. Kunst Drama: spelgegevens



Welkom M3

KUNST DRAMA 2024-2025
Les 2: spelgegevens (5 W's) en improvisatie


STARTKLAAR:
- pak je map + pen
- zakkie in tas

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon



Welkom M3

KUNST DRAMA 2024-2025
Les 2: spelgegevens (5 W's) en improvisatie


STARTKLAAR:
- pak je map + pen
- zakkie in tas

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik eerste week. Eerste indrukken? Hoe wil je lessen ingericht zien?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Presenteren opdracht les 1

Maak een werk waarin je laat zien wat voor jou theater is. Laat je hierbij inspireren door jouw favoriete film/muziek/kunstenaar/eerder getoond werk.

Denk aan: monoloog schrijven, dialoog spelen, personage spelen
Dit mag individueel of in tweetallen.

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drama theorie jaar 1
Pw 1:
Wat is theater?
Pw 2:
Theatervormgeving, Theatervormen en speelstijlen
SE 1:
Basisvaardigheden en leervaardigheden drama

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Periode 1
Week 1: inleiding theater: spelgegevens
Week 2: basis speltechnieken
Week 3:verbale expressie
Week 4: emoties
Week 5: mise-en-scene
Week 6: improvisatietechnieken
Week 7: status
Week 8: voorbereiding theorietoets


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet wat spelgegevens zijn
  • Je kunt spelgegevens toepassen bij analyse theaterscene
  • Je weet wat improvisatie is en welke begrippen erbij horen
  • Je hebt een aantal begrippen rondom 'improvisatie' toegepast om een scene uit "de vloer op" te analyseren
  • Begrippen: transformatie, acteren, personage, spelgegevens, incasseren, accepteren

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens:
- Wie: Rol
- Waar: Ruimte/plaats
- Wanneer: Tijd
- Wat: Actie
- Waarom: Motief
(de 5W's)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens
Je krijgt straks een korte scène te zien. Beschrijf de spelgegevens van deze scène.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf de spelgegevens van Sneeuwwitje

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens
De spelgegevens leggen dus eigenlijk het verhaal uit van de scène, het toneelstuk, de film etc.
Wanneer je de spelgegevens beschrijft van een scène, dan geef je natuurlijk altijd de gegevens van het verhaal van de scène. Dus:


Wie: Sneeuwwitje
Wat: vlucht het bos in
Waar: het bos
waarom: haar boze stiefmoeder wil haar laten vermoorden
Wanneer: de middeleeuwen


En niet:
Wie: Sanne die sneeuwwitje speelt
Wat: ze speelt toneel
Waar: in het theater
Waarom: omdat ze actrice is
Wanneer: zaterdagavond om 20.00 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf de spelgegevens van deze scène.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud Voorstelling
Spelgegevens / 5 w’s geven zijn (meestal) basis scene

Wie  personages
Wat  verhaal of handeling
Waar  plaats verhaal
Waarom  motieven personages
Wanneer  tijd toneelstuk


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Acteren
  • Acteurs essentieel onderdeel van een voorstelling
  • Theatraal middel (volgende les meer hierover)
  • Verbeeldingskracht
  • Gevoel voor timing, ritme en muzikaliteit
  • Hun gereedschap: lichaam (bewegingen) en stem

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Personage
  • Onderdeel verhaal
  • Acteur gebruikt lichaam en stem om personage zo goed mogelijk over te brengen
  • Kan een hoge of lage status aannemen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul over jou zelf een DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in (dus niet vanuit een personage, maar vanuit je zelf):
"Ik wil.... omdat...., maar.... dus...."

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer vind jij iemand een
GOEDE ACTEUR / ACTRICE?

Slide 23 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkopdracht: Wat zijn de 5 W's bij deze scene:
WIE-WAAR-WAT-WANNEER-WAAROM

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 5 W's bij deze scene:
WIE-WAAR-WAT-WANNEER-WAAROM

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul nu voor het personage van Shahine El-Hamus het
DOEL, MOTIEF, CONFLICT, STRATEGIE in:
"Hij wil.... omdat...., maar.... dus...."

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hoofdconflict in deze scene?
en welke andere conflicten kun je benoemen?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is improviseren?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Improviseren
Belangrijk bij improviseren is:
- Geef een spelimpuls als je de scène opent
- incasseren (even laten binnenkomen wat de spelimpuls is)
- accepteer de spelimpuls van de ander (dus niet blokkeren)
- reageren (geef een  terug)



Blokkeren is dus de spelimpuls niet accepteren. Het spel houdt dus op.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk SPELAANBOD doet Shahine in dit fragment? En hoe INCASSEERT & REAGEERT Anna er op?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk hoe deze scene zich verder kan ontwikkelen,
met bv. welke VERRASSENDE WENDING
kan de spanning worden vastgehouden/opgebouwd?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze begrippen rondom IMPROVISATIE zijn aan bod gekomen in deze les:

- spelaanbod / accepteren / incasseren / reageren
-  de spelgegevens (5 W's)
- doel / motief / conflict / strategie
- verrassende wending

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

REAGEREN
INCASSEREN
ACCEPTEREN
SPELAANBOD
verbaal & non verbaal; op wat je tegenspeler zegt, en hoe dat gezegd wordt
verbaal & non verbaal: wat vindt jouw personage hier van?
niet blokkeren

tekst en/of handeling

Slide 36 - Question de remorquage


speler 1: SPELAANBOD doen (tekst en/of handeling)
speler 2:
* ACCEPTEREN (niet blokkeren)
* INCASSEREN (verbaal & non verbaal: wat vindt jouw personage hier van?)
* REAGEREN (verbaal & non verbaal; op wat je tegenspeler zegt, en hoe dat gezegd wordt)
Praktische opdracht: improvisatie
  1. Persoon A leest het kaartje met het conflict ("ik moet je wat vertellen.."). Persoon B weet nog van niks.
  2. (Optioneel) Spreek een Wie - Wat - Waar af.
  3. Speel tijdens jullie improvisatie met de spanning. Wanneer vertelt A het geheim aan B? Hoe reageert B?
  4. Schrijf op wat je goed vond werken in jullie scène, bijv; 
'spanning opbouwen voordat het conflict ontstaat', 'niet alles uitspreken maar laten zien', 'passende spelgegevens', 'doel en motief belangrijk maken', etc
timer
15:00

Slide 37 - Diapositive

Voor deze oefening heb je de kaartjes 
'Ik moet je wat vertellen..' nodig: https://wordpress.leisink.nl/wp-content/uploads/2019/11/ik-moet-je-wat-vertellen.pdf 
LES DOEL:
Je hebt een aantal begrippen rondom 'improvisatie' toegepast om een scene uit "de vloer op" te analyseren
HEB JE DIT LESDOEL BEREIKT NA DEZE LES?
JA: Ik snap alles en kan het goed toepassen
BEST WEL: Ik weet nu meer dan voor deze les en kan het beter toepassen
EEN BEETJE, maar ik moet het wel blijven herhalen voordat ik het kan toepassen
NEE: Ik snap er weinig van, ik moet dus vragen stellen en aan de slag
SORRY, WAT? Ik sliep of was iets anders aan het doen

Slide 38 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Check
Wat zijn spelgegevens?
Wat is improviseren?
Wat is een personage?
Wat is transformeren?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens invullen:
Wie, Waar en Wanneer

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens invullen:
Wat en Waarom

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de spelgegevens/5 W's

Slide 42 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
Non verbale en verbale expressie
Emoties

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions