4H/V moleculaire genetica

Eiwitsynthese
1 / 23
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Eiwitsynthese

Slide 1 - Carte mentale

Hoe heten de bouwstenen van DNA?

Slide 2 - Question ouverte

Een nucleotide bestaat uit:
A
Suikergroep en een stikstofbase
B
Fosfaatgroep, suikergroep en een stikstofbase
C
Fosfaatgroep en een suikergroep
D
Fosfaatgroep en een stikstofbase

Slide 3 - Quiz

De 4 stikstofbasen in DNA zijn (alleen de letters geven):

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een gen?

Slide 5 - Question ouverte

Eiwitten worden gemaakt door... (noem een celorganel):

Slide 6 - Question ouverte

Een eiwit is opgebouwd uit...

Slide 7 - Question ouverte

Noem functies die eiwitten kunnen hebben

Slide 8 - Question ouverte

DNA en genen
Waar in een cel bevindt zich het DNA/de informatie voor erfelijke eigenschappen?
In de chromosomen die in de celkern liggen

Wat is een gen?
Een stukje chromosoom dat de info bevat voor een bepaalde eigenschap / de productie van een bepaald eiwit

Hoe ligt de informatie opgeslagen in een gen?
In de volgorde van de stikstofbasen A, T, G, C

Slide 9 - Diapositive

Eiwitten
Waar worden eiwitten gemaakt?
In de ribosomen


Waaruit bestaat een eiwit?
Keten van aan elkaar gekoppelde aminozuren


Wat voor functies kunnen eiwitten hebben?
Hormonen, enzymen, transporteiwitten, bouwstoffen

Slide 10 - Diapositive

Verschillen tussen DNA en RNA
DNA
- dubbele keten
- suiker desoxyribose
- A, T, G en C
- lang molecuul (meerdere genen)
RNA
- enkele keten
- suiker ribose
- A, U (uracil), G en C
- kort molecuul (kopie van 1 gen)

Slide 11 - Diapositive

Eiwitsynthese stap 1:   transcriptie
  • kopie maken van gen --> mRNA-molecuul
  • vindt plaats in celkern

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Eiwitsynthese tussenstap:

mRNA naar ribosoom

Slide 14 - Diapositive

Eiwitsynthese stap 3:
translatie
  • volgorde stikstofbasen mRNA wordt vertaald in aminozuurvolgorde van eiwit
  • gebeurt in ribosomen

Slide 15 - Diapositive

Stap 3: Translatie
  • Ribosomen vertalen mRNA in aminozuren --> eiwit ontstaat
  • codon = 3 basen in het mRNA die coderen voor een aminozuur
  • startcodon (AUG) = geeft begin van het gen aan
  • stopcodon (UAA, UAG, UGA) = geeft eind van het gen aan
  • anticodon =  stukje van 3 basen in tRNA dat op een codon past. Het tRNA draagt het benodigde aminozuur bij zich.

Slide 16 - Diapositive

samenvatting eiwitsynthese

Slide 17 - Diapositive

Waar vindt de eerste stap van de eiwitsynthese plaats?
A
in het cytoplasma
B
bij de ribosomen
C
in de celkern
D
in het kernmembraan

Slide 18 - Quiz

Noem de 4 verschillen tussen DNA en RNA

Slide 19 - Question ouverte

Wat gebeurt er tijdens de transcriptie?
A
er wordt een keten van aminozuren gemaakt
B
er wordt een kopie van een gen gemaakt
C
de ribosomen maken eiwitten
D
het mRNA verlaat de celkern

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de translatie?
A
er wordt een kopie gemaakt van het DNA
B
DNA wordt vertaald in mRNA
C
de volgorde van de basen in mRNA wordt vertaald in een aminozuurvolgorde
D
het ER leest het mRNA af en vertaalt het in een eiwit

Slide 21 - Quiz

Genetische code
  • Eiwit bestaat uit aminozuren (20 verschillende)
  • Codon: drie opeenvolgende nucleotiden mRNA coderen voor één aminozuur

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive