05 - Où on va Papa

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Rétrospection - 2 minutes
  • Écouter et  regarder - 15 minutes
  • Où on va, Papa? 20 minutes
👂👀
📖
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Rétrospection - 2 minutes
  • Écouter et  regarder - 15 minutes
  • Où on va, Papa? 20 minutes
👂👀
📖

Slide 1 - Diapositive

2 fragments de 2 interviews
avec le même thème,
lequel et pourquoi?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lis les questions et réponds

  1. Jean-Louis Fournier, c'est qui?
  2. Il se fait interviewer en 2013 et en 2017, pourquoi?
  3. Quel est le style de l'écrivain?
zoek het op internet als je het (even) niet (meer) weet
(tip question 1+2 -> wikipédia)

Slide 4 - Diapositive

eerste fragment begint met 1 vraag, welke vraag is dat?
(fragment duurt iets langer dan 1 minuut)

Slide 5 - Diapositive

4

Slide 6 - Vidéo

07:02

Hij zegt 'l'humour est l'antalgique (= pijnstiller) le plus extraordinaire que l'on ai jamais trouvé'
Let op de woorden die nu volgen

Slide 7 - Question ouverte

07:06



'je ne sais pas comment les gens qui n'en ont pas vivent'.
Hij begrijpt niet hoe mensen die het niet hebben
kunnen leven. Waar heeft hij het over? 

Slide 8 - Question ouverte

07:14

wat is volgens hem een sublieme
maar tragische grap?
une farce (=grap) sublime mais tragique

Slide 9 - Question ouverte

08:02

'les gens qui sont qui font rire sont de temps en temps plus sérieux que ceux qui ne font pas rire'.
leg uit

Slide 10 - Question ouverte

tweede fragment begint weer met 1 vraag,
welke vraag is dat denk je?
(fragment duurt ook iets langer dan 1 minuut)

Slide 11 - Diapositive

4

Slide 12 - Vidéo

07:08

 Hij zegt over l'humour noir: 'c'est une chance énorme de pouvoir contourner (= ombuigen) comme ça les choses'
Wat zegt dit over zijn stijl? (schrijft hij waarheid?)

Slide 13 - Question ouverte

07:29

'l'humour est une parade contre l'insupportable (= ondraaglijk),
c'est un dérapage (=ontsporing) controlé'
wat bedoelt Jean-Louis Fournier?

Slide 14 - Question ouverte

07:43

'la pyrolise est un système que l'on utilise pour nettoyer toutes les cochonneries (= viezigheid) d'un four (=oven)'
hij vergelijkt humor met een brandsysteem om ovens schoon te maken. Welke 3  woorden gebruikt hij om dit uit te leggen?

Slide 15 - Question ouverte

07:52
wat vind hij 'terrible'?

Slide 16 - Question ouverte

(schrijf)stijl van Jean-Louis Fournier
Als je het hebt over stijl van een schrijver hebt, bedoel je alles wat opvallend is aan zijn taalgebruik. Als je een beoordeling van de stijl van een schrijver moet geven, let je op:
  • Zijn de zinnen kort of lang?
  • Gebruikt de schrijver veel/weinig bijvoeglijke en/of zelfstandige naamwoorden?
  • Is de tekst moeilijk of makkelijk geschreven?
  • Is de tekst in de verleden/tegenwoordige tijd geschreven? De tegenwoordige tijd zorgt voor meer betrokkenheid, de verleden tijd schept wat meer afstand.
  • Maakt de schrijver veel gebruik van ironie? De schrijver zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt. Hij spot met bepaalde zaken of zichzelf (zelfspot) en stijlmiddelen als overdrijvingen, understatements en beeldspraak.

Slide 17 - Diapositive

(schrijf)stijl van Jean-Louis Fournier
Als je het hebt over stijl van een schrijver hebt, bedoel je alles wat opvallend is aan zijn taalgebruik. Als je een beoordeling van de stijl van een schrijver moet geven, let je op:
  • Zijn de zinnen kort of lang?
  • Gebruikt de schrijver veel/weinig bijvoeglijke en/of zelfstandige naamwoorden?
  • Is de tekst moeilijk of makkelijk geschreven?
  • Is de tekst in de verleden/tegenwoordige tijd geschreven? De tegenwoordige tijd zorgt voor meer betrokkenheid, de verleden tijd schept wat meer afstand.
  • Maakt de schrijver veel gebruik van ironie? De schrijver zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt. Hij spot met bepaalde zaken of zichzelf (zelfspot) en stijlmiddelen als overdrijvingen, understatements en beeldspraak.

Slide 18 - Diapositive

pages
119-120

Slide 19 - Diapositive

imparfait = verleden tijd
passé composé = hulp ww + voltooide tijd
présent = tegenwoordige tijd
conditionnel (futur du passé) = hypothèse
wie schrijft de brief?

Slide 20 - Diapositive