Mens en gezondheid hoofdstuk 7.

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Mens en gezondheid

Hoofdstuk 7: Genotsmiddelen.

Doelen:

De leerling weet wat genotsmiddelen zijn. 

De leerling weet  de invloed van roken, alcohol en drugs op je  gezondheid.

Genotsmiddelen:

Wat is dat?

Voorbeelden.

Roken:

Openbare plekken verboden.

Grote kans op het krijgen van ziekten.

Roken tijdens de zwangerschap.

Nicotine is een verslavende stof.

Je kan niet verslaafd raken aan roken.

1. Waar
2. Niet waar

welke invloed heeft roken op je uiterlijk?

1. Je tanden worden geler en je krijgt sneller gaatjes
2. Je groeit minder snel
3. Je haren worden dunner
4. Je nagels breken eerder.

Opdracht:

Maak opdracht 7.01 (blz. 250) en opdracht 7.02 (blz. 251/252). 

Alcohol:

Onder de 18 jaar verboden alcohol te kopen.

Voor jongeren extra schadelijk.

Gevolg van alcohol.

Opdracht:

Maak opdracht 7.03 (blz. 253). 

Alcohol is..

1. Alleen geestelijk verslavend
2. Niet verslavend
3. Alleen lichamelijk verslavend
4. Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

Door alcohol voel je je

1. Ontspannen
2. Geeft energie
3. Veroorzaakt hallucinaties
4. Jezelf overschatten

  Soft drugs:

Softdrugs: hasj en wiet.

Minder schadelijk dan hard drugs.

Coffeeshop.

High of stoned.

 Hard drugs:

Verboden.

Gemaakt in een laboratorium.

Cocaïne, xtc, speed, GHB.

Gevolgen voor de gezondheid.

Opdracht:

Maak opdracht 7.06 (blz. 256). 

Gebruik hierbij blz. 253 en 255.

Het roken van hasj of wiet is...

1. ...minder schadelijk dat het roken van een gewone sigaret
2. ...schadelijker dan het roken van een gewone sigaret
3. ...even schadelijk dan het roken van een gewone sigaret

Coffeeshops mogen harddrugs verkopen.

1. Juist
2. Onjuist

Harddrugs bijv. XTC brengen een groot risico met zich mee vergeleken soft drugs.

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn voorbeelden van harddrugs?

1. tabak
2. paddo's
3. cafeïne
4. xtc

Welke van deze drugs valt er onder soft drugs?

1. Heroine
2. Hasj
3. Cocaine
4. Speed

Opdracht:

Lezen: blz. 256 t/m 259.

Maak opdracht 7.07 (blz. 257), opdracht 7.08 (blz. 258), opdracht 7.09 (blz. 258).

Bespreken PTA:

Hoe leren en wat is belangrijk.

Opdracht:

Maak opdracht 7.10 (blz. 260 en 261),

opdracht 7.11 (blz. 262).

Bespreken van de opdrachten.

Opdracht poster maken:

Lezen praktijkopdracht 7.1f (blz. 73).

Voor wie maak je de poster.

Wat ga je doen en hoe ga je het doen.

Werkhouding.

Voorbereiding opdracht poster:

Plaatjes zoeken die je op de poster wilt plakken. Deze mailen naar de docent.

Leerstof herhalen:

Herhalen lesstof van hoofdstuk 7.

Het maken van de proeftoets.

Praktijkopdracht:

Het maken van een appelflap.

Opdracht presentatie maken:

Lezen praktijkopdracht 7.1j (blz. 75).

Wat ga je doen en hoe ga je het doen.

Werkhouding.

Inleveren in teams.

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.