CPI

Hoofdstuk 5 jong en oud
Koophuis of huurhuis
CPI
Koopkracht = reëel inkomen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 jong en oud
Koophuis of huurhuis
CPI
Koopkracht = reëel inkomen

Slide 1 - Diapositive

Huurhuis
Voordelen
Nadelen
Flexibel. Huur opzeggen
Huren kunnen behoorlijk stijgen
Bij laag inkomen recht op huurtoeslag
Je bouwt geen vermogen op
Geen groot onderhoud te betalen
Geen wijzigingen aanbrengen aan woning

Slide 2 - Diapositive

Koophuis
Voordelen
Nadelen
Je bouwt vermogen op
Prijs kan dalen --> restschuld bij verkoop
Hypotheekrente is aftrekpost
Huis kan onverkoopbaar worden (gaswinning)
Mag wijzigingen aanbrengen

Slide 3 - Diapositive

Belastingvoordeel.  Jan koopt huis. Betaalt € 4.000 rente
€ 50.000 inkomen en geen huis:
€50.000 X 0,3707 = € 18.535
Wel een huis: € 50.000 - € 4.000 = € 46.000
€ 46.000 X 0,3707 = € 17.052    --> € 18.535 - € 17.052 = € 1.483 
Of     0,3707 X € 4.000 = € 1.483

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Loon-prijs-spiraal wat is dat? Leg uit

Slide 6 - Question ouverte

Wat is één van de belangrijkste oorzaken van de inflatie?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe noemen we de koopkracht ook wel
A
Nominaal inkomen
B
Redelijk inkomen
C
Reëel inkomen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Lezen en maken opgave 5.6 van Jong en Oud blz 45
timer
5:00

Slide 16 - Question ouverte

Antwoord

Slide 17 - Diapositive

Maken 5.7 en 5.8
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Antwoord 5.7

Slide 19 - Diapositive

Antwoord 5.8

Slide 20 - Diapositive