Commercieel H7

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Wat wordt er bedoeld met de spiegelmethode?

1. Er hangt altijd een spiegel in een winkel
2. Het gedrag van de klant wordt gekopieerd
3. De vorm van de spiegel in de paskamers

Als je de klant centraal stelt: 'De klant is koning'. Als je op deze manier werkt noem je dat ook wel?

1. Dienstverlenend
2. Vriendelijk
3. Centraal stellen
4. Klantgericht

De zichttermijn geldt wel voor:

1. Reizen
2. Fietsen
3. op maat gemaakte producten
4. Melk

Een verkoper is in gesprek met een klant.
De klant heeft een korte manier van communiceren.
De verkoper benadert de klant logisch en feitelijk.
Van welke type klant is sprake?

1. Sociale klant
2. Afstandelijke klant
3. Dominante klant
4. geen van allen

Een verkoper is in gesprek met een klant. Hij merkt dat de klant direct tot de kern komt en het gesprek probeert te sturen. Wat voor type klant is dit?

1. Afstandelijke klant
2. Sociale klant
3. Dominante klant

Hoe stel jij je op wanneer je een klant helpt die dominant is?

1. licht dominant, zakelijk, complimentje geven.
2. heel erg dominant, de klant niet laten uitpraten.
3. Overdreven vriendelijk doen, extra korting geven.
4. Weglopen en de klant niet helpen.

Een dominante klant...

1. Heeft moeite met kiezen
2. Weet het zelf allemaal heel goed

Er zijn 3 soorten klanten. Welke hoort niet thuis in dit rijtje?

1. Dominante klant
2. Afstandelijke klant
3. Gezellige klant
4. Sociale klant

Deze klant praat niet echt over zaken en wil niet in discussie. Dit is de

1. Dominante klant
2. Afstandelijke klant
3. Sociale klant

Deze klant is kritisch en kent cijfers en details. Dit is de

1. Dominante klant
2. Afstandelijke klant
3. Sociale klant

Deze klant komt moeilijk ter zake en gaat conflicten uit de weg. Dit is de

1. Dominante klant
2. Afstandelijke klant
3. Sociale klant

Wat is een kenmerk van een dominante klant?

1. Neemt graag snel een beslissing
2. Praat makkelijk
3. Weet het zelf allemaal heel goed

Een verkoopgesprek bestaat uit verschillende fases. Wat is de eerste fase?

1. Informatie geven
2. Informatie inwinnen
3. Inleiding
4. Overtuigen

Wat is de laatste fase van het verkoopgesprek?

1. overtuigen
2. afsluiten
3. informatie geven

In welke fase van een verkoopgesprek probeer je de klant tot een koopbeslissing te brengen?

1. Informatie geven
2. Nazorg
3. Overtuigen
4. Afsluiten

Welke van de onderstaande voorbeelden is ‘een klacht die tijdens de koop ontstaat’?

1. Een verkoper reserveert in de computer een rode stoel, terwijl de klant een oranje stoel wenst.
2. Er is in de fabriek een fout gemaakt.
3. De klant heeft een product op de verkeerde manier gebruikt.

Welke van de onderstaande voorbeelden is ‘een klacht die na de koop ontstaan is’?

1. Een product dat in de winkel ligt is over de datum.
2. De klant heeft de trui verkeerd gewassen, nu is de trui flink gekrompen.
3. De verkoper heeft de klant een product verkocht dat hij eigenlijk niet wilde

Uit welke drie onderdelen bestaat productkennis

1. Praktische, commerciële en financiële productkennis
2. Commerciële, technische en industriële productkennis
3. Technische, financiële en commerciële productkennis
4. Praktische, commerciële en technische productkennis

Jose werkt in een slagerij. Ze weet van alle vleessoorten hoe je deze het best kunt bereiden.

1. Commerciële productkennis.
2. Praktische productkennis.

Harry werkt in een verfwinkel. Harry weet precies welke producten hij bij de verf kan verkopen.

1. Commerciële productkennis.
2. Praktische productkennis.
3. Technische productkennis

Pieter werkt al jaren in een zaak waar elektrische fietsen worden verkocht. Hij weet precies hoe hij een bepaald type fiets het beste kan aanprijzen aan een oudere klant. Welk onderdeel van de productkennis beheerst Pieter goed?

1. Commerciële productkennis
2. Praktische productkennis.
3. Technische productkennis
4. Financiële productkennis

Juist of onjuist?
Personeel in een webwinkel hoeft minder productkennis te hebben dan personeel in een gewone winkel?

1. Juist
2. Onjuist

Welke grote kans is er als men niet over voldoende productkennis beschikt?

1. de klant merkt snel als je dat niet hebt en gaat naar een ander
2. de klant koopt het product toch van je en zoekt op internet naar informatie
3. de klant gaat eerst zelf informatie zoeken maar komt altijd voor de aankoop
4. de klant prijst de zaak en jou als verkoper aan bij zijn vrienden en kennissen.

Je werkt in de bediening en je geeft bij een kopje koffie een gratis bonbon. Waar is dit een voorbeeld van?

1. Goed inschatten van de doelgroep
2. Productkennis
3. Toegevoegde waarde
4. Win win situatie

Een verkoper legt aan een klant uit hoe hij het t-shirt moet wassen. Over welke kennis beschikt de verkoper?

1. Praktische productkennis
2. Commerciële productkennis
3. Commerciële productkennis