1HA 4 Spelling: voltooid en onvoltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Opdracht

1. Ga rustig zitten.

2. Pak je spullen: lesboek, schrift en pen.

3. Bestudeer p. 156.

4. Schrijf 3 kenmerken op van een voltooid deelwoord.

Lesdoelen

1. Je kan een voltooid deelwoord herkennen.

2. Je kan een voltooid deelwoord schrijven.

3. Je kan een onvoltooid deelwoord herkennen.

4. Je kan een onvoltooid deelwoord schrijven.

persoonsvorm en voltooid deelwoord

1. Wat weet je nog van de persoonsvorm?

2. Maak de sleepvraag op de volgende slide.

3. Je mag je aantekeningen en je boek gebruiken.

4. Zijn de werkwoorden aan de rechterkant persoonsvormen of voltooide deelwoorden? Of kan het allebei? 

persoonsvorm

voltooid deelwoord

fietst

verdenken

geweest

ontsnapt

kijkopdracht

Schrijf op:

1. Wat zijn de kenmerken van een voltooid deelwoord?

2. Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?

3.Vergelijk de informatie van het filmpje met je aantekeningen!

Kenmerken van een voltooid deelwoord

1. Het geeft aan dat iets afgerond is.

2.Het heeft altijd een hulpwerkwoord nodig.

3.Het begint met een voorvoegsel ge-, be-, ont- of ver-.

4. Het kan op 3 manieren eindigen: -d, -t of (e)n. 

5. het staat meestal achteraan in de zin. 

Hoe schrijf je een voltooid dlw?

1. hele werkwoord -EN	Verdelen -verdeel
2. kijk naar de laatste letter	verdeel
3. staat die in xtc koffieshop/t x kofschip	nee
4. Nee?	dan een d: verdeeld.
5. Ja? (pas op! ww's met v en z...)	dan een t: ontsnappen, ontsnap, ontsnapt.

Wat is het verschil?

1. Zij steekt fietsend het kruispunt over.

2. Zij is naar huis gefietst.

voltooid 

deelwoord

onvoltooid

deelwoord

rennend

verhuisd

lopend

ontdekt

verdraaid

Kenmerken onvoltooid deelwoord

1. Er gebeurt iets op dit moment.

2. Je neemt het hele werkwoord en zet er een D achter.

3. je kan het onvoltooid deelwoord ook voor een zelfstandig naamwoord zettem. Soms moet je er een E achter zetten. 

Even oefenen!

classroom: Speling: voltooid en onvoltooid deelwoord. 

Er staat: situatie gewijzigd.
Welke werkwoordsvorm heeft het woord gewijzigd?

1. persoonsvorm
2. hele werkwoord
3. voltooid deelwoord
4. onvoltooid deelwoord

De docent heeft gisteren de proefwerken gecorrigeer....

1. D
2. DT
3. T

Goed of fout:
Dat geld voor de hele buurt.

1. goed
2. fout

het woord voetballend is

1. een voltooid deelwoord
2. een onvoltooid deelwoord

Welke voltooide deelwoorden staan in deze zin:
Hij is fietsend naar huis gegaan.

1. fietsend, gegaan
2. fietsend
3. gegaan
4. is gegaan