H4 lezen (3)

H4 lezen (3)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4 lezen (3)

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  •  Nakijken H4 lezen opdracht 4
  • H3 en H4 lezen oefenen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Quiz
Ik ben benieuwd hoe veel jullie hebben opgestoken van de afgelopen lessen. 

Slide 6 - Diapositive

Tekstfragment
We lezen een fragment uit een opiniestuk uit Trouw. Het standpunt van de auteur is: "Weg met de tussen-n, want die hoor je toch niet." De tussen-n kom je tegen bij bijvoorbeeld hondenhok, maar niet bij groentesoep

Slide 7 - Diapositive

Welk argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?

Slide 8 - Diapositive

Welk argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?
A
Je kan hem niet in vijf minuten uitleggen.
B
De uitzonderingen zijn onlogisch.
C
De regel voor de tussen-n is ingewikkeld.
D
Ook de eenvoudigere variant is ingewikkeld.

Slide 9 - Quiz

Welk andere argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?

Slide 10 - Diapositive

Welk andere argument geeft de auteur voor het afschaffen van de tussen-n?
A
Er bestaan veel uitzonderingen op de regel.
B
De regel is voor de auteur een raadsel.
C
Hij vindt Joost geen aardige vent.
D
Uitzonderingen op de regel worden steeds weer afgeschaft.

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je argumentatie waarbij een schrijver een argument onderbouwt met een ondersteunend argument?

Slide 12 - Question ouverte

Aan welk signaalwoord herken je een argument? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
dat blijkt uit
B
dus
C
want
D
daarom

Slide 13 - Quiz

Welk(e) zin(nen) bevat(ten) waarderende argumentatie?
1. Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
2. Ik ga graag mee naar Parijs, want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld.

A
1
B
2
C
1 en 2
D
geen

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het wanneer de auteur zijn standpunt onderbouwt met één argument?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe noem je het tekstgedeelte waarin de auteur uitlegt waarom een tegenargument niet waar/niet juist is?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zijn waarderende argumenten?

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn feitelijke argumenten?

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag






Maken H4 lezen de extra opdracht in het digitale boek

Slide 19 - Diapositive