M2 Delend Lidwoord

M2B jeudi 
Chapitre 6
Bron H 
Grammaire
Delend lidwoord

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

M2B jeudi 
Chapitre 6
Bron H 
Grammaire
Delend lidwoord

Slide 1 - Diapositive

Het delend lidwoord
Na deze les kan je het delend lidwoord in het Frans 
herkennen en gebruiken en
weet je of je hem wel of niet moet vertalen
in het Nederlands....


Slide 2 - Diapositive

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Slide 3 - Diapositive

Wanneer?
Het delend lidwoord gebruik je in het Frans als er in het Nederlands geen lidwoord staat voor het zelfstandig naamwoord.

Hij koopt appels - geen lidwoord voor "appels" in de Nederlandse zin. In een Franse zin gebruik je dan wel een lidwoord of delend lidwoord.

Slide 4 - Diapositive

Vormen van het delend lidwoord

Voor een mannelijk woord                 =du  
Voor een vrouwelijk woord                 =de la
Voor een klinker / stomme h             = de l'
Voor een woord in het meervoud   =des

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

ATTENTION!

Een delend lidwoord verandert in

de / d' in  2 gevallen, namelijk

1. Na een ontkenning: 

2. Na een woord dat de hoeveelheid aangeeft

Slide 8 - Diapositive

 EXEMPLES
Je bois de l'eau                                   Je ne bois pas d'eau
Elle mange de la viande                  Elle ne mange pas de viande

Je voudrais des tomates               Je voudrais deux kilos de  tomates.
Sophie achète du fromage          Sophie achète beaucoup de fromage                   

Ook woorden als: beaucoup (veel) peu (weinig) combien (hoeveel) zijn "hoeveelheidswoorden" !!!


Slide 9 - Diapositive

Zij jullie er klaar voor?
Log in het de code en doe mee met de quiz!!!


Slide 10 - Diapositive

Stelling: als je in het NL geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Het delend lidwoord is een samentrekking van de + het lidwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Is het delend lidwoord hetzelfde als het lidwoord dat we al kennen (le, la, les, ...)?
A
ja
B
neen

Slide 13 - Quiz

Het delend lidwoord wordt vertaald naar het Nederlands.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van het delend lidwoord is voor in het meervoud.
A
du
B
d'
C
de la
D
des

Slide 15 - Quiz

Je prends ..... poisson (m).

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 16 - Quiz

Elle mange ..... salade (v).

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 17 - Quiz


Je ne prends pas.......fromage.
A
de
B
du

Slide 18 - Quiz

Je ne bois pas ..... coca.

A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 19 - Quiz

Deux kilos ....... pommes.
A
des
B
de la
C
de
D
du

Slide 20 - Quiz


Léa achète beaucoup........pain .
A
de
B
des

Slide 21 - Quiz

Laatste vraag:
Ik vond de les van vandaag:
A
Heel leuk & leerzaam!
B
Saai, maar wel leerzaam
C
Ik wist alles al......
D
Ik snap er nog niks van!

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive