vwo 1 delend lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Salut! 

Doelen;

1. Je oefent je leesvaardigheid

2. Je kent het delend lidwoord en kunt het gebruiken

Leesvaardigheid

Wat heb je nodig als een karretje wilt gebruiken?

Kun je in Frankrijk altijd afrekenen met je bankpas?

Welke artikelen worden in een hypermarché verkocht, naast levensmiddelen?(2x)

1. huisdieren
2. computers
3. televisies
4. souvenirs

Tu dois apporter ton propre sac=

Grammatica

Nieuw onderwerp! 

Het delend lidwoord

Het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands!

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt, dan krijg je in het Frans het delend lidwoord.

Bijvoorbeeld;

Ik eet chocola

Je mange du chocolat

Wanneer?

Het delend lidwoord gebruik je in het Frans als er in het Nederlands geen lidwoord staat voor het zelfstandig naamwoord.

Hij koopt appels - geen lidwoord voor "appels" in de Nederlandse zin. In een Franse zin gebruik je dan wel een lidwoord of delend lidwoord.

Vormen van het delend lidwoord

du= voor mannelijke woorden

de la= voor vrouwelijke woorden 

de l'= bij klinker of h

des= meervoud

ATTENTION!

Een delend lidwoord verandert in

de / d' in  2 gevallen, namelijk

1. Na een ontkenning: 

2. Na een woord dat de hoeveelheid aangeeft

 EXEMPLES

Je bois de l'eau                                   Je ne bois pas d'eau

Elle mange de la viande                  Elle ne mange pas de viande

Je voudrais des tomates               Je voudrais deux kilos de  tomates.

Sophie achète du fromage          Sophie achète beaucoup de fromage                  

Ook woorden als: beaucoup (veel) peu (weinig) combien (hoeveel) zijn "hoeveelheidswoorden" !!!

Let op na deze werkwoorden; 

aimer= houden van

détester= hekel hebben aan

adorer= dol zijn op

préférer= liever hebben

Na deze werkwoorden gebruik je het gewone lidwoord;

Ik hou van chocola= j'aime LE chocolat

zij haat spruitjes= elle déteste LES choux de Bruxelles

Even oefenen...

Stelling: als je in het NL geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.

1. juist
2. onjuist

Het delend lidwoord is een samentrekking van de + het lidwoord.

1. Juist
2. Onjuist

Is het delend lidwoord hetzelfde als het lidwoord dat we al kennen (le, la, les, ...)?

1. ja
2. neen

Het delend lidwoord kun je vertalen in het Nederlands

1. Ja
2. Nee

Je prends ..... poisson (m).

1. de la
2. du
3. de l'
4. des

Elle boit ..... eau minérale

1. de
2. de la
3. de l'
4. des

Il adore .... chewing- gum (m)

1. du
2. le
3. de l'
4. des

Elle mange ..... salade (v).

1. de la
2. du
3. de l'
4. des

Je ne prends pas.......fromage.

1. de
2. du

Je ne bois pas ..... coca.

1. du
2. des
3. de la
4. de

Deux kilos ....... pommes.

1. des
2. de la
3. de
4. du

Léa achète beaucoup........pain .

1. de
2. des

Laatste vraag:
Ik vond de les van vandaag:

1. Heel leuk & leerzaam!
2. Saai, maar wel leerzaam
3. Ik wist alles al......
4. Ik snap er nog niks van!