Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 12 MH2A
1 / 53
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
53 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
timer
5:00
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Woordsoorten
Slide 27 - Diapositive
Doel
Ik ken de woordsoorten tot nu toe
ik herken de woordsoorten in een zin
ik kan voorbeelden geven van de woorsoorten.
Slide 28 - Diapositive
Zinnen ontleden
Zinnen: zinsdelen
Woorden: woordsoorten
Slide 29 - Diapositive
timer
1:00
Welke zinsdelen ken je?
Slide 30 - Carte mentale
timer
1:00
Welke woordsoorten ken je?
Slide 31 - Carte mentale
Woordsoorten
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Voegwoord
Slide 32 - Diapositive
Werkwoord
Zegt iets wat iemand doet of wat er gebeurt
Een werkwoord kan je vervoegen
Gaan: ga, gaat, gaan, ging, gingen, gegaan
Ken
jij het borstbeeld van Ronaldo?
Kunstenaar Emanuel Santos
heeft
het bronzen beeld g
emaakt
.
Slide 33 - Diapositive
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik word morgen 16 jaar.
Slide 34 - Question ouverte
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets gehaald?
Slide 35 - Question ouverte
Zelfstandig naamwoord
Een mens, dier, plant of ding
Een naam
Herkennen: verkleinwoord, enkelvoud/meervoud en lidwoord
tante, tijger, paardenbloem, frisdrankglas, september
Sam, Leiden, Arnhem, OBC Elst
Slide 36 - Diapositive
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets?
Slide 37 - Question ouverte
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.
Slide 38 - Question ouverte
Lidwoord
Staat voor het zelfstandig naamwoord
De, het en een
Bepaald: de en het
Onbepaald: een
Slide 39 - Diapositive
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Wil jij de telefoon in de tas doen?
Slide 40 - Question ouverte
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Vind je het erg als ik het huiswerk niet maak?
Slide 41 - Question ouverte
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
Staat meestal voor het znw
Dat is een
leuke
film. Ik heb een
nieuw
huis gekocht.
Staat soms achter het znw
Die film is
leuk
. Het huis is
nieuw
.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
zegt van welk materiaal iets gemaakt is
Een
gouden
oorbel, een
plastic
emmer
Slide 42 - Diapositive
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Een aardige agent bood wel aan om me naar mijn warme huis te brengen.
Slide 43 - Question ouverte
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Tijdens de saaie les geschiedenis zei de docent dat de toets moeilijk is.
Slide 44 - Question ouverte
Voorzetsel
Een (kort) woord dat de plaats, tijd of oorzaak aangeeft
Zijn boek lag
op
de kast.
We hebben Nederlands
na
de pauze.
Ik gleed uit
door
de sneeuw.
Slide 45 - Diapositive
Welke voorzetsels staan in deze zin?
Ga jij morgen naar het schoolfeest?
Slide 46 - Question ouverte
Welke voorzetsels staan in deze zin?
Morgen ga ik met jou een film kijken om tien uur.
Slide 47 - Question ouverte
Voegwoord
Een woord waarmee je een samengestelde zin maakt
En, of, maar, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen, enz.
Mary luistert naar de Beatles,
omdat
ze van de sixties houdt.
Slide 48 - Diapositive
Welke voegwoorden staan in deze zin?
Wil je koffie of wil je thee?
Slide 49 - Question ouverte
Welke voegwoorden staan in deze zin?
Voordat ik aan tafel ga, was ik mijn tanden.
Slide 50 - Question ouverte
Wat vind ik nog lastig?
Slide 51 - Carte mentale
Slide 52 - Diapositive
Slide 53 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
T3 - H3 Grammatica: woordsoorten
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Woordsoorten
Mars 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
Les 9 MH2B do 3-11
Octobre 2022
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
T3 - H3 Grammatica: woordsoorten
Janvier 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Les 9 M2A
Octobre 2022
- Leçon avec
52 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Week 40 Ne 3M H3 Grammatica: woordsoorten
Octobre 2022
- Leçon avec
51 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
woordsoorten
Septembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Woordsoorten hfd 3
Septembre 2021
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3