handel k4
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vraag 1. Een blikje cola is duurder geworden: eerst € 1,25 en nu € 1,45. Hoeveel % duurder is het blikje cola nu?
Slide 2 - Question ouverte
2. Een TV kost € 899 incl. 21% BTW. Wat is de prijs zonder BTW?
Slide 3 - Question ouverte
3. Vorig jaar zaten er 595 leerlingen op school, nu nog 534. Met hoeveel % is het aantal leerlingen gedaald?
Slide 4 - Question ouverte
4. De benzine prijs is gestegen van
€ 1,86 naar € 1, 96. Hoeveel % is de prisstijging?
€ 1,86 naar € 1, 96. Hoeveel % is de prisstijging?
Slide 5 - Question ouverte
De omzet bij een bedrijf was € 652.00 en is met 3,5% gestegen. Wat is de omzet nu?
Slide 6 - Question ouverte
6. De inkoop bij een bedrijf steeg van € 287.000 naar € 325.000. Hoeveel % steeg de inkoop?
Slide 7 - Question ouverte
7. De inkoopprijs van een Iphone is
€ 225,=, de brutowinstmarge 195% en de BTW 21%. Wat wordt de consumentenprijs?
€ 225,=, de brutowinstmarge 195% en de BTW 21%. Wat wordt de consumentenprijs?
Slide 8 - Question ouverte
8. Jeroen krijgt € 75 kleedgeld in de maand en Jaap € 87,50. Hoeveel % meer is dat?
Slide 9 - Question ouverte
9. ik rij 23.000 km per jaar in de auto, op de fiets rij ik 9.000 per jaar. Hoeveel % van wat ik rij, doe ik op de fiets?
