5. Epilepsie

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is epilepsie volgens jou? Beschrijf in één zin in eigen woorden.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met cyanose?
A
geelzucht
B
blauwzucht
C
bleekheid
D
rode huidskleur

Slide 12 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'apneu'?
A
te snelle ademhaling
B
te hoge bloeddruk
C
ademstop
D
klaplong

Slide 13 - Quiz

Wat zijn hallucinaties?
A
onrealistische ideeën
B
waanideeën
C
overdreven vrolijkheid
D
dingen ervaren (horen, zien e.d.) die er niet zijn

Slide 14 - Quiz

Hoe ontstaat schuim op de mond bij een een epileptische aanval

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met de 'tonische fase' van een epileptische aanval?
A
Spierverkramping
B
schudkrampen

Slide 17 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'hypoxie'?
A
te weinig zuurstof in het bloed
B
slechte doorbloeding
C
plaatselijk geen zuurstof in het bloed
D
te veel zuurstof in het bloed

Slide 18 - Quiz

Tijdens aanval hypoxie en daardoor soms M.I. Wat betekent deze afkorting?
A
myeline impactie
B
myocard infarct
C
milde infarctie
D
minieme infusie

Slide 19 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'aspiratie'?
A
hoesten door verslikking
B
voedsel wat niet meer uit de luchtwegen gaat
C
longontsteking door verslikking

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Noem twee geneesmiddelen die behoren tot de anti-epileptica (FK)

Slide 24 - Question ouverte

Zijn anti epileptica over het algemeen teratogeen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Advies bij gebruik anti epileptica m.b.t. zwangerschap? Zie FK

Slide 26 - Question ouverte

Welk geneesmiddel kan gebruikt worden om een aanval te couperen?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de meest gebruikte toedieningsvorm bij het couperen van een epileptische aanval?
A
zetpil
B
injectie (s.c)
C
rectiole
D
neusspray

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Handelen bij
epilepsie?

Slide 37 - Carte mentale

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Vond je de les leerzaam?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage