Grammatica - blok 3 - les 3.3 herhalen wwg + ond + lvw

Grammatica- les 3.3
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica- les 3.3

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les:
  • Herhalen: wwg met splitsbare ww
  • Herhalen: wwg met te
  • Het lijdend voorwerp kunnen vinden in een zin. 

Slide 2 - Diapositive

basis zinsdelen: wwg + ond
PV = belangrijkste werkwoord uit de zin.

WWG = PV + alle andere werkwoorden in de zin
OND = wie / wat + gezegde

Slide 3 - Diapositive

Zinnen opbouwen
wie
wat

Slide 4 - Diapositive

Zinnen opbouwen

onderwerp

werkwoord
wie
wat

Slide 5 - Diapositive

Zinnen opbouwen
wie
wat

de docent

vertelt
nu
de opdracht
aan jullie

Slide 6 - Diapositive

Zinnen opbouwen
ond
De docent
wwg
vertelt
wanneer
nu
wat
de opdracht

Slide 7 - Diapositive

Zinnen opbouwen



De docent / vertelt / nu/  de opdracht / aan jullie.
ond
De docent
wwg
vertelt
wanneer
nu
wat
de opdracht
aan wie?
aan jullie

Slide 8 - Diapositive

Zinnen opbouwen




De docent / vertelt / nu/  de opdracht / aan jullie /  met veel plezier.

Slide 9 - Diapositive

Zinnen opbouwen




De docent / heeft/   de opdracht / uitgelegd.

Slide 10 - Diapositive

Benoem onder elkaar: PV + WWG + OND.

De vergadering loopt een beetje uit.

Slide 11 - Question ouverte

Verdeel de zin in zinsdelen:

De vergadering loopt een beetje uit.

Slide 12 - Question ouverte

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?

De vergadering / loopt / een beetje / uit.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Denk  je  je examen  te halen?
pv:               -proef
wwg:          
ond:           

Slide 16 - Diapositive

Denk / je  je examen  te halen?
pv:               denk
wwg:          alle werkwoorden
ond:           

Slide 17 - Diapositive

Denk / je  je examen /  te halen?
pv:               denk
wwg:          denk te halen
ond:           wie/wat + wwg

Slide 18 - Diapositive

Denk / je / je examen/ te halen?
pv:               denk
wwg:          denk te halen
ond:           je

Slide 19 - Diapositive

Denk / je / je examen/ te halen?
pv:               denk
wwg:          denk te halen
ond:           je

Lijdend voorwerp: wie/wat + wwg + ond

Slide 20 - Diapositive

Denk / je / je examente halen?
pv:               denk
wwg:          denk te halen
ond:           je

Lijdend voorwerp: je examen

Slide 21 - Diapositive

Morgen
koop
ik
appelmoes.
ond
wwg
lijd. vw

Slide 22 - Question de remorquage

OPDRACHT: 
Sleep het juiste zinsdeel naar de juiste vraag.
wie/wat + gezegde + onderwerp = lijdend voorwerp
Wat is het gezegde?
Wat is het onderwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik 
krijg
een supergaaf cadeau.

Slide 23 - Question de remorquage

gegeven?
dat
Waarom
heb
je
hem
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp

Slide 24 - Question de remorquage

Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is het lijdend voorwerp?

Denk / je / je examen / te halen?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?

De koning draagt een oranje stropdas.

Slide 27 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?

Het orkest kreeg een groot applaus.

Slide 28 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?

Een olifant weegt een paar duizend kilo.

Slide 29 - Question ouverte

Maken Grammatica - blok 3 - les 3.3
timer
10:00
Klaar?

* ander huiswerk
* super turtle

Slide 30 - Diapositive

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 3.3  afmaken
  • Volgende les: les 3.4 lijdend voorwerp oefenen
  • Lezen Borealis

Slide 31 - Diapositive

Opstromen

Slide 32 - Diapositive

Grammatica - blok 6 - les 6.5
Foutloos gemaakt? 

Opstromen

Slide 33 - Diapositive

                           koppelwerkwoord

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive