Herhaling 2.2 tot 2.5

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

The Test

I am going to go through the vocabulary and grammar that you need to know for the test. 

Vocabulary & expressions

Vertaal het Engelse woord naar Nederlands

I think she is stuck in a traffic jam. 

Vertaal het Engelse woord naar het Nederlands

Make sure you throw your garbage in a dustbin.

Vertaal het Engelse woord naar het Nederlands

You must walk on the pavement

Vertaal het Nederlandse woord naar het Engels

Je gaat waarschijnlijk een voldoende halen. 

Vertaal het Nederlandse woord naar het Engels

Een ei moet je niet bakken in een pan

Vertaal het Nederlandse woord naar het Engels

Je moet nog het bed opmaken

Vertaal het Nederlandse woord naar het Engels

Mijn moeder gaat vanavond koken (eten bereiden)

Grammatica

My mother____ phone

1. 's
2. '

The sisters___ bedroom

1. 's
2. '

The father__ car

1. 's
2. '

My childrens___ toys

1. 's
2. '

Tom___ phone has been lost.

1. 's
2. '

Vergelijkingen

John is a few years ____ (old) Josh

This was _____ (scary) thing I have ever done

My horse is _____ (big) yours.

who is ______ (intelligent) student in your class?

I am ______ (beautiful) than her

Verleden tijd

Vul de goede (bevestigende)vorm van de verleden tijd in.

They _____ (to walk) home after the dance lesson.

Vul de goede (bevestigende)vorm van de verleden tijd in.

They _____ (to be) at school yesterday. 

Vul de goede (ontkennende)vorm van de verleden tijd in.

They _____ (to be) at school yesterday. 

Vul de goede (ontkennende)vorm van de verleden tijd in.

They _____ (to visit) their grandmother. 

Vul de goede (vragende)vorm van de verleden tijd in.

____ they ____(to write) a letter to the teacher?

Vul de goede (vragende)vorm van de verleden tijd in.

_____ she ____ (to speak) with me yesterday?

oefeneen: maak de test yourself van 2.2 tot en met 2.5