Unit 4.2 - Past continuous_23 Jan

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Lesdoelen

1) Herhaal past continuous

2) Preparatie voor proefwerk.

Past continuous and Past simple is...

1. In de tegenwoordige tijd
2. In de verleden tijd

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?

1. hele ww+ ed of irregular verb
2. was/were hele ww+ ing
3. vorm van to be + hele ww+ ing
4. have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Write a sentence using verbs in past continuous.

Write a sentence using verbs in past simple.

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets in het verleden een tijdje aan de gang was
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?

1. John hasn't been to that film yet.
2. I was walking down the street when I saw Mark Rutte.
3. I am sleeping now.
4. I am eating a sandwich.

vul in: past continuous
_______ (Was/were) the students ______ (do) their work when you entered the class?

Vul de past continuous in:
______ Mily _____ (watch) televison when you called her just now?

Fill in the past continuous:

____ they ____ (learn) the past continuous last week?

Past continuous:

I __________________ (not - drink) juice yesterday when I was on a diet. I was drinking Cola.

Past continuous:

I __________________ (listen) to music when I heard the loud noise.

Vul de past continuous in:
They _____ at me just now when I was staring at them. (not - look)

Vertaal naar het nederlands:
to faint

Vertaal naar het nederlands:
building

Vertaal naar het nederlands:
healthy

Vertaal naar het nederlands:
picky

Vertaal naar het nederlands:
achievement

Vertaal naar het nederlands:
cranky

Vertaal naar het nederlands:
creepy

Vertaal naar het nederlands:
sink

Vertaal naar het nederlands:
beneath

Vertaal naar het nederlands:
rapid

Zet de zin in de Past Simple (verleden tijd): I try to bake a cake yesterday.

Zet de zin in de Past Simple (verleden tijd): The MMA fighter fights with his opponent.

Zet de zin in de Past Simple (verleden tijd): We like chocolate ice cream.

Zet de zin in de Past Simple (verleden tijd): We love swimming.

Classwork

Stepping Stones 2A: Pg 98 and 99.