KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 11 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 1 - Diapositive

KA 23:
'Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.'

Slide 2 - Diapositive

Kenmerken
Verkorte versie: Handelskapitalisme en begin wereldeconomie
Tijdvak: Tijd van Regenten & Vorsten
Jaartallen: 1600-1700
Periode: Vroegmoderne Tijd
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: economie
Mindmap: wereldeconomie, VOC & WIC, driehoekshandel, handelskapitalisme, commerciële landbouw

Slide 3 - Diapositive

Inleidend verhaal
De Opstand viel in de Noordelijke Nederlanden samen met een periode van economische groei.  Deze bloeiperiode duurde tot ver in de zeventiende eeuw en werd bekend als de Gouden Eeuw, een geïdealiseerde benaming die later aan deze periode is gegeven. De economie van het gewest Holland lag aan de basis van deze bloeiperiode. De Nederlandse Republiek ontwikkelt zich tot een wereldmacht. Niet alleen dankzij de typische handelsgeest, maar vooral door roof en oorlog. Een kleine elite wordt steenrijk door middel van uitbuiting en onderdrukking van anderen. 
 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Leerdoel
  • De leerling kan benoemen dat de opbloei van de handel (nijverheid, landbouw) zorgt voor de opbloei van de gehele economie (Gouden Eeuw)
  • De leerling kan uitleggen waarom de Val van Antwerpen (1585) een oorzaak is voor de economische groei van de Republiek (handelskapitalisme, stapelmarkt).
  • De leerling kan benoemen dat de Oostzeehandel (moedernegotie) de belangrijkste handel van de Republiek was.
  • De leerling kan aan de hand van de VOC (1602) en WIC/driehoekshandel (1621) uitleggen hoe de Republiek deelneemt aan de wereldeconomie.
  • De leerling kan uitleggen welke  politieke en economische voorrechten de VOC en WIC hadden.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

trans-Atlantische slavenhandel / driehoekshandel

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Test jezelf

Slide 16 - Diapositive

Zet de gebeurtenissen in de chronologische volgorde
Van vroeg (links) naar laat (rechts) 
Boeren kunnen niet genoeg 
graan produceren. Ontstaan
moedernegotie
1585 Val van Antwerpen, Amsterdam
groeit. 
Boeren richten zich op de 
commerciële landbouw, 
kooplieden importeren 
producten uit Europa en 
verkopen het in het Oostzeegebied
De vergrootte 
welvaart zorgt
voor de Gouden
Eeuw

Slide 17 - Question de remorquage

Oorzaken van de economische groei in de Republiek: wat maakte de Gouden Eeuw mogelijk?

Slide 18 - Question ouverte

De Nederlandse arts Jacobus de Bondt (1592-1631) was als geneesheer in dienst van de Verenigde Oost-
Indische Compagnie (VOC). Hij schreef zijn observaties van tropische ziekten en hield aantekeningen bij van zijn pogingen om zieken onder VOC-personeel in India te genezen.
2p. - Verklaar dat de regenten in het bestuur van de VOC het onderzoek van De Bondt noodzakelijk vonden voor hun onderneming, waarbij je je antwoord met een kenmerkend aspect uit de zeventiende eeuw ondersteunt.

Slide 19 - Question ouverte

De bron is geschikt als illustratie bij twee kenmerkende aspecten van de vroegmoderne tijd.
2p Licht dit toe door:
- het kenmerkende aspect van de zestiende eeuw te noemen waarbij deze bron past en
- uit te leggen welk kenmerkend aspect van de zeventiende eeuw al in de bron herkenbaar is.

Slide 20 - Question ouverte

Bartjens sluit met zijn sommen aan op de actuele situatie in de Republiek in de 16e én de 17e eeuw.
4p Leg voor beide sommen apart uit welke actualiteit dit is, waarbij je je antwoord voor de eerste som ondersteunt met een kenmerkend aspect uit de zestiende eeuw en voor de tweede som met een kenmerkend aspect uit de zeventiende eeuw.

Slide 21 - Question ouverte

Verdieping
Val van Antwerpen
Oostzeehandel
VOC
WIC

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

3

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

5

Slide 31 - Vidéo