Thema 5, basisstof 5 en 6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 5, basisstof 5 en 6

5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!

Basisstof 5

De leerdoelen basisstof 5 :

• Ik kan uitleggen wat gedrag is met hulp van de volgende termen: Handelingen, Gedragsketen
• Ik weet twee verschillende soorten prikkels te benoemen en uit te leggen
• Ik weet wat een respons is
• Ik kan het verschil tussen aangeboren en aangeleerd gedrag uitleggen
• Ik kan sociaal gedrag uitleggen met hulp van de term: signaal
• Ik kan het verschil tussen een observatie en een interpretatie uitleggen
  

Gedrag

• Gedrag bestaat uit handelingen
• Handelingen hebben een doel
• Handelingen hebben soms een vaste volgorde: gedragsketen
  

Prikkels

• Prikkels worden omgezet naar impulsen door je zintuigen
• Prikkels kunnen inwendig of uitwendig zijn
• De uiteindelijke reactie op de prikkel heet een respons
  

Aangeboren/aangeleerd

• Gedrag kan aageboren of aangeleerd zijn
• Biggetjes gaan na hun geboorte meteen op zoek naar tepels voor melk
• Het leren eten met mes en vork
  

Sociaal gedrag

• Het gedrag van soortgenoten op elkaar
• Soortgenoten geven prikkels op elkaar af: signalen
• Voorbeeld: iemand kijkt je boos aan
  

Observatie/interpretatie

• Signalen die je ziet gebeuren, heet een observatie (iemand steekt zijn hand op)
• Wat jij denkt dat het betekend, heet een interpretatie (die persoon mag mij)
• Nog een voorbeeld?
  

Basisstof 6

De leerdoelen basisstof 6 :

• Ik kan de functie(s) van hormoonklieren en hormonen uitleggen
• Ik kan de regeling van het glucosegehalte uitleggen met hulp van de volgende termen: eilandjes van langerhans, insuline, glycogeen, glucagon, terugkoppeling
• Ik kan de functie van het hormoon adrenaline uitleggen
  

Hormoonstelsel

• Het zenuwstelsel werkt goed samen met het hormoonstelsel
• Impuslen gaan vaak naar spieren of klieren toe
• Hormonen zijn signaalstoffen die de werking van organen regelt
• Een hormoon zorgt er bijvoorbeeld voor dat je honger voelt
  

Bloedsuiker

• Glucose is de energiestof voor onze cellen 
• Glucose halen we uit onze voeding ( koolhydraten en suikers)
• De hoeveelheid glucose in ons bloed: bloedsuikerspiegel
• Deze mag niet te hoog of te laag zijn
  

Bloedsuiker

• In de alvleesklier worden twee hormonen aangemaakt die de bloedsuikerspiegel regelen
• Insuline en glucagon
• Deze twee werken samen
  

Bloedsuiker

• Als je te veel glucose in je bloed hebt, wordt er insuline aangemaakt, deze veranderd glucose naar glycogeen 
• Andersom wordt er glucagon aangemaakt om glycogeen weer om te zetten naar glucose (als er energie nodig is)

Adrenaline

• Adrenaline wordt aangemaakt in de bijnieren
• Adrenaline verhoogt het glucose gehalte
• Ook gaat het hart sneller kloppen
• Fight or flight hormoon