9.4 Erfelijke aandoening in de familie 5H 2021

H9: Erfelijkheid
H09: Erfelijkheid
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H9: Erfelijkheid
H09: Erfelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 9.4 Erfelijke aandoening in de familie

Slide 2 - Diapositive

Doel en begrippen 9.4 
Je leert hoe artsen door ergelijkheidsonderzoek het risico op een aandoening kunnen vaststellen.


erfelijkheidsonderzoek, letale allelen, gentherapie, stamcellen, genetische modificatie, embroselectie, CRISPR-CAS.



Slide 3 - Diapositive

Eigenschappen
Alle erfelijke eigenschappen zijn terug te voeren of de aan-/ afwezigheid van een eiwit.
Eiwitten kunnen de volgende functies vervullen:
hormoon, receptor, poort, transport, structuur, beweging, opslag, enzym, genregulatie

Slide 4 - Diapositive

Genetische afwijkingen
Verschillende allelen van een gen zijn ontstaan omdat er in het verleden mutaties in een gen hebben plaatsgevonden die leidden tot andere eigenschappen.
Bijvoorbeeld een gen wat codeert voor een hormoon (insuline).
Heb je één afwijkend allel dan is het hormoon gewoon aanwezig. Zijn beide allelen afwijkend dat heb je het hormoon niet: suikerziekte.



Slide 5 - Diapositive

Genetische afwijkingen
Genetische ziekten zijn vaak (maar niet altijd!) recessief en komen alleen tot uiting bij een homozygoot recessief individu.
Sommige afwijkende allelen zijn juist dominant, dwz hebben een afwijkende werking die sterker is dan de normale werking.
Bijvoorbeeld de erfelijke aanleg voor darmkanker.



Slide 6 - Diapositive

Opsporen van afwijkingen
Omdat verschillende allelen van hetzelfde gen een andere DNA code hebben kan met DNA onderzoek worden aangetoond of iemand een genetische afwijking heeft/ drager is.

Slide 7 - Diapositive

Letale allelen
Soms zijn allelen zo afwijkend dat een individu die twee (recessief) of zelfs maar één (dominant) van deze allelen heeft niet levensvatbaar is.
Dit noem je letale allelen.
Letale = dodelijke.



Slide 8 - Diapositive

Gentherapie
Voor gentherapie worden cellen genetisch aangepast.
Dit heet genetische modificatie.

Je kunt dmv genetische modificatie een defect gen herstellen of een werkend gen toevoegen aan een organisme.

Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van stamcellen.

Slide 9 - Diapositive

Stamcellen
Unipotente stamcellen

Pluripotente stamcellen

Omnipotente stamcellen

Slide 10 - Diapositive

Gentherapie
Oude methode: 
Gebruik maken van virussen om nieuwe stukken DNA in de celkern te brengen van stamcellen.

Stamcellen worden weer teruggeplaatst en zijn de bron van gezonde cellen.
Is niet erg precies. Kan dus fout gaan.

Slide 11 - Diapositive

CRISPR-CAS
Video - vanaf 4:41

Slide 12 - Diapositive

Prenatale diagnostiek
Als het mogelijk is allelen die aandoeningen veroorzaken op te sporen kun je dit natuurlijk ook doen bij een embryo.

Bij IVF kun je dan kiezen welke embryo wordt teruggeplaatst -> embryoselectie.

Bij een normale zwangerschap kun je na een vlokkentest/ vruchtwaterpunctie kiezen voor een abortus.

Slide 13 - Diapositive

Doel en begrippen 9.4 
Je hebt geleerd hoe artsen door ergelijkheidsonderzoek het risico op een aandoening kunnen vaststellen.


erfelijkheidsonderzoek, letale allelen, gentherapie, stamcellen, genetische modificatie, embroselectie, CRISPR-CAS.



Slide 14 - Diapositive

Joost de Guppykweker

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk
Maak opdrachten 2, 4, 5, 6, 9, 10, 12 van 9.4


Slide 28 - Diapositive