les 4

Hoofdstuk 1      Markt en macht
Paragraaf 3 Volledige mededinging

Telefoons in de telefoontas, kauwgom in de prullebak
Boeken en schrift open op tafel
ik loop langs om het huiswerk te controleren
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1      Markt en macht
Paragraaf 3 Volledige mededinging

Telefoons in de telefoontas, kauwgom in de prullebak
Boeken en schrift open op tafel
ik loop langs om het huiswerk te controleren

Slide 1 - Diapositive





  • we frissen even de kennis van vorige lessen op
  • ik bespreek paragraaf 1.4
  • zelfstandig werken aan de opdrachten van paragraaf 1.4
Deze les

Slide 2 - Diapositive

Wat is dit voor lijn?

Slide 3 - Diapositive

Wat is dit voor lijn?

Slide 4 - Diapositive

Teken het consumentensurplus bij een prijs van 
€ 1.500,-

Slide 5 - Diapositive

Teken het producentensurplus bij een prijs van € 60,-

Slide 6 - Diapositive

Teken de vraaglijn van primaire goederen, van secundaire goederen en van giffengoederen

Slide 7 - Diapositive

Teken marktevenwicht

Slide 8 - Diapositive

Macht, markt en overheid
Uitgangspunt paragraaf 3: Markt met volledige mededinging; volkomen vrije markt met veel concurrentie

Echter dat is een ideale situatie, er is ook:
- Monopolie
- Monopolistische concurrentie 
- Oligopolie 

Slide 9 - Diapositive

Monopolie
- Geen concurrentie (1 aanbieder)
- Onvolkomen Markt (Productdifferentiatie en prijsdisriminatie)
Vrije markt, echter octrooien 

Bijv. Senseo, VOC

Slide 10 - Diapositive

Monopolistische concurrentie
- Veel concurrentie 
- Onvolkomen markt (eigen marketingmix)
-  Vrije markt

Bv. retailondernemingen (kledingwinkel, kapper, restaurants)

Slide 11 - Diapositive

Oligopolie
- Beperkte concurrentie tussen bedrijven, wel een priceleader
- Onvolkomen markt (kartels)
- Markt is vrij

Bijv. Telfort, KPN,XS4ALL

Slide 12 - Diapositive

Overheidsingrijpen
Collectieve goederen: niet overlaten aan vrije marktwerking, politie, defensie, straatverlichting
Externe effecten door vrijemarktwerking, zowel positief als negatief. 
Ongewenste machtsvorming: mededingingswet verbiedt kartels.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vraag 1:
Concrete markt
Abstracte markt

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de goederen naar de juiste plek
Heterogene goederen

Homogene goederen
Elektriciteit
Frisdrank
Graan
Suiker
Auto
Geld
Melk

Slide 16 - Question de remorquage

VRAAG
AANBOD
consumentengedrag
lage prijs, lage hoeveelheid
producentengedrag
dalende grafiek

Slide 17 - Question de remorquage

Huiswerk bespreken

  1. Welke onderwerpen hebben we de vorige les behandeld?


  1. Huiswerk bespreken

Slide 18 - Diapositive

Opgave 1.11
a) de markten heten concrete markten: koper en verkoper ontmoeten elkaar (ook bij webwinkel), doen samen zaken.
b) 

Concrete markt
Abstracte markt
1 Rommelmarkt
2 Arbeidsmarkt
3 Antiekbeurs
4 Tomatenmarkt
5 Ebay
7 Kantorenmarkt
6 Vrijmarkt Koningsdag
8 Zilvermarkt

Slide 19 - Diapositive

Opgave 1.12
a) Als de prijs daalt, kunnen (of willen) meer mensen bolbloemen kopen.
b) Het aanbod is wat er is, er kan niet worden gewacht op een betere prijs (bederfelijkheid).
c) 

Slide 20 - Diapositive

Opgave 1.12
d) de gemiddelde prijs die week was de prijs bij het marktevenwicht; hier € 0,20
e) De weekomzet: afzet x prijs = 92 miljoen x 0,20 =
€ 18.400.000,- (of € 18,4 miljoen)

Slide 21 - Diapositive

Opgave 1.13
a) Tijdens de economische teruggang is de vraag naar olie afgenomen. Bij een gelijkblijvend aanbod zal de prijs wel zakken.
b) Als de olieprijs zakt, zakt ook de benzineprijs (benzine wordt gemaakt van olie).
c) In 2016 is de gemiddelde olieprijs per vat $ 43,7
In euro's is dit 43,7 / 1,11 = € 39,37 

Slide 22 - Diapositive

Opgave 1.13
d) 2012 was de prijs $ 111,7 (oud)
en in 2016 $ 43,7 (nieuw)
(43,7 - 111,7) / 111,7 x 100 = 60,9%
e) Als de koersen van aandelen dalen, zullen mensen liever niet hun geld in aandelen beleggen. Ze kiezen dan misschien wel voor zilver. De vraag naar zilver zal stijgen en dus ook de prijs.

Slide 23 - Diapositive

Opgave 1.14
a) het aanbod van biologisch kippenvlees is toegenomen.
b) er is meer aanbod op de markt gekomen (meer aanbod dan er vraag is), dus daalt de prijs.


Slide 24 - Diapositive

Opgave 1.14
c) de omzet was 30 x 3,50 = € 105 miljoen
en is nu 40 x 3 = € 120 miljoen
(120 - 105) / 105 x 100 = 14,3% stijging
d) De omzetstijging is te danken aan een gestegen vraag.
e) De prijs daalde => het consumentensurplus is toegenomen.

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Module Economie en maatschappij
Doornemen paragraaf 1.4

Opdrachten 1.16 t/m 1.19 maken

Slide 26 - Diapositive