K1: Wat is geschiedenis?

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom in de geschiedenisles!

Wat gaan we doen vandaag?

• Lesdoelen
• Wat is geschiedenis?
• Opdrachten 
• Afsluiting  
  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

•  Je kent de volgende begrippen: geschiedenis, bron, historicus, archeoloog, eeuw, historie, jaartelling, prehistorie, bronnen, sporen, tijdbalk en tijdvak.  

• Kun je vertellen waarin je geschiedenis kunt indelen.

• Kun je uitleggen waarom je geschiedenis op school krijgt. 

• 
  
  
  

Lesdoelen (2)

Aan het eind van deze les:

• Je kan kort in eigen woorden vertellen waarom niet alle mensen op de wereld dezelfde jaartelling gebruiken.
  

• Kun je het begrip chronologie uitleggen in eigen woorden.

• Kun je historische gebeurtenissen op juiste chronologische volgorde zetten. 

• Kun je een tijdlijn maken.
  
  
  

Herhaling

Wat is een bron?

Hoe kun je tijd indelen?

Hoeveel jaar zit er in een eeuw?

Welke historische vaardigheden kennen we?

Iets uit het verleden waar je informatie uit haalt.

    Bronnen (direct-, indirect-, geschreven-, ongeschreven-)
    Antwoordstructuren (antwoord geven op vragen)
    Oorzaak-gevolg relaties
    Betrouwbaarheid van bronnen (feit en mening)
    Beeldanalyse (plaatjes)
    Chronologie (volgorde van tijd)
    Continuïteit en discontinuïteit (verandering en hetzelfde)
    Standplaatsgebondenheid (inleving)

100 jaar

Vormgegeven op een tijdbalk of in tijdvakken

Hoe heet de docent die voor aan de klas staat?

1. Dhr Beek
2. Dhr van Beek
3. Dhr Becker
4. Dhr van Bek

Waarom krijg je geschiedenis op school?

Wat is geschiedenis volgens jou?

Historische kennis --> feitjes

• Gebeurtenissen
  

• Begrippen

• Jaartallen
• Personen
  

Historische vaardigheden --> iets kunnen

• Je kunnen inleven in iemand uit het verleden

• Oorzaken en gevolgen herkennen

• Plaatjes begrijpen

• Betrouwbaarheid van bronnen vaststellen
  

Kennis --> feitjes

• Archeoloog
  
• Iemand die sporen (bronnen) uit het verleden opgraaft en deze onderzoekt
  

• Bron is iets waar je informatie uit haalt

• Historicus
• Iemand die het verleden bestudeert en onderzoekt 
  

Historische vaardigheden --> iets kunnen

• Bronnen (direct-, indirect-, geschreven-, ongeschreven-)
• Antwoordstructuren (antwoord geven op vragen)
  
• Oorzaak-gevolg relaties
• Betrouwbaarheid van bronnen (feit en mening)
  
• Beeldanalyse (plaatjes)
• Chronologie (volgorde van tijd)
• Continuïteit en discontinuïteit (verandering en hetzelfde)
• Standplaatsgebondenheid (inleving)

Waarom krijg je geschiedenis op school?

Waarom geschiedenis?

Waarom geschiedenis?

Door de geschiedenis te leren begrijp je de wereld om je heen beter!

De tijd

• Het op volgorde zetten van tijd noemen we chronologie.
  

• Tijdvakken ----------------------------------->
  
• Eeuw is een periode van 100 jaar
  

• Jaartal

• Voorbeeld: 17de eeuw is van 1600 tot 1699
  

De tijd(balk)

• Tijdbalk is een manier van het duidelijk maken van het verloop van tijd.
  

Trim

Opdrachten 

• Paragraaf 1,0: oriëntatie
  
• Opdrachten: 1, 3, 4
  
• LB blz. 6 en 7
• WB blz. 4 t/m 7
  

Klaar? opdracht 5 en

Zet dit in je planning de volgende les!

Tijdbalk opdracht

• Je gaat een tijdbalk maken van jouw leven tot nu toe.
• Zet hier de belangrijke momenten op (zoals je geboorte)
• Minimaal nog 4 extra gebeurtenissen (waarvan 2 niet uit jouw eigen leven)
• Let op! De tijdlijn moet er netjes uitzien, meet dit dus uit in cm! (nodig: geodriehoek + potlood)
  

Zet dit in je planning de volgende les!

Wat heb je gezien of meegemaakt in de vakantie dat met geschiedenis te maken heeft?

Wat zou je willen leren in de geschiedenis lessen?

Afsluiting

Aan het eind van deze les:

•  Kun je vertellen waarin je geschiedenis kunt indelen.

• Kun je uitleggen waarom je geschiedenis op school krijgt. 

• Kun je voorbeelden geven van historische vaardigheden.
  
  
  

Afsluiting

Aan het eind van deze les:

• Kun je het begrip chronologie uitleggen in eigen woorden.

• Kun je historische gebeurtenissen op juiste chronologische volgorde zetten. 

• Kun je een tijdlijn maken.
  
  
  

Fijne dag!

Tijd en plaatsgebondenheid

Aderlaten vind ik

1. Raar
2. Te begrijpen
3. Dom
4. Gevaarlijk