5.6 Blessures

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 5.5
  2. Huiswerk nakijken
  3. uitleg 5.6 Blessure (theorieboek blz. 22)
  4. Zelfstandig aan de slag (opdrachten maken)

Slide 2 - Diapositive

In je lichaam zitten ……. spieren
A
100
B
300
C
600
D
900

Slide 3 - Quiz

Spiervezels vormen samen een ..
A
pees
B
vezel
C
spierstelsel
D
spierbundel

Slide 4 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 5 - Quiz

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'.
Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 6 - Quiz

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die een beweging tegenhouden

Slide 7 - Quiz

Een ander woord voor de biceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen 5.6. Blessure
De leerlingen kunnen een aantal belangrijke oorzaken noemen voor blessures.
De leerlingen kunnen van enkele sportblessures beschrijven wat er aan de hand is.
De leerlingen weten hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 9 - Diapositive


Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren, weefsel  en gewrichten. 
Blessures

Voorbeelden:

Spierpijn

Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 10 - Diapositive

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

 Door een te sterke inspanning of door een plotselinge beweging kun je een spierscheuring oplopen. 
Een plotselinge spierscheuring in de kuitspier = een zweepslag.
Spierscheuring

Slide 13 - Diapositive

Botbreuk
Gezet worden + gips en/of een operatie

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 
Knieblessure

Slide 18 - Diapositive

Nakijken opdracht 18 t/m 21 WB blz 20

Slide 19 - Diapositive

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 20 - Diapositive

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 21 - Diapositive

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Maken opdracht 22 en 23
WB blz 22.

Slide 24 - Diapositive

Voorkomen blessures
1. Rekoefeningen.
2. warming-up
3. cooling-down

Slide 25 - Diapositive

0

Slide 26 - Vidéo

Zelfstandig aan de slag
Wat? Maken opdracht 21 t/m 24 wb blz 23.
Hoe? Zelfstandig. In stilte.
Klaar? Kijk het HW na 
Ga de samenvatting TB blz 30  t/m 32 leren en maken de diagnostische toets van tb blz 33 en WB blz 29 Huiswerk voor 1 juli. (tevens laatste les)

Slide 27 - Diapositive