Oefenen 2BL blok 3 en 4 spelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik-vorm - bij ik of je/jij achter de pv.
ik-vorm+t - bij de rest van het enkelvoud
hele werkwoord - meervoud
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik-vorm - bij ik of je/jij achter de pv.
ik-vorm+t - bij de rest van het enkelvoud
hele werkwoord - meervoud

Slide 1 - Diapositive

Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.

Slide 2 - Question ouverte

Henk ... (worden) ook gek van al die gekke werkwoorden.

Slide 3 - Question ouverte

Je zegt het hetzelfde, maar je schrijft het anders. Vaak ... (worden) een werkwoord ook verkeerd geschreven.

Slide 4 - Question ouverte

Soms ... (worden) de juf gek van het gekwebbel.

Slide 5 - Question ouverte

Voltooid deelwoord
Stap 1: maak de stam van het werkwoord
Stap 2: kijk naar de laatste letter
Stap 3: kijk of de laatste letter in het XTC koffieshopje zit
Ja: ik-vorm + te(n) Nee: ik-vorm + de(n)
werkwoord: fietsen
stam: fiets
de laatste letter is een 's'
de 's' staat wel in 't kofschip, dus een 't'
dus: gefietst
werkwoord: rennen
stam: ren
de laatste letter is een 'n'
de 'n' staat niet in 't kofschip, dus een 'd'
dus: gerend

Slide 6 - Diapositive

maken – ik heb ...

Slide 7 - Question ouverte

plassen – hij heeft ...

Slide 8 - Question ouverte

verlagen – hij heeft ...

Slide 9 - Question ouverte

Meervoud zelfstandige naamwoorden
  • Normaal: +en / +s
  • Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen

Uitzonderingen:
  • Lange a,i,o,u of y aan het einde: +'s
  • -ee aan het einde: +ën
  • Soms: +eren
  • Soms wordt een s een z of een f een v

Slide 10 - Diapositive

een kas
twee ...

Slide 11 - Question ouverte

een brief
twee ...

Slide 12 - Question ouverte

een slee
twee ...

Slide 13 - Question ouverte

een avocado
twee ...

Slide 14 - Question ouverte

een moskee
twee ...

Slide 15 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden ook alweer?

Slide 16 - Diapositive

1: Er was eens een zenuwachtige brugklasser...
2: Hij zou morgen naar zijn nieuwe school gaan en hij had zijn nieuwe rugzak volgestopt met mooie spullen.
3: Hij nam heel veel mee: een grote tas, een blauwe pen, een rode pen, een potlood, een klein gummetje en een gloednieuw rekenmachientje.
4: Ook nam hij dikke woordenboeken mee en grote schriften met grappige voorkanten.
Lidwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
Zelfstandige naamwoorden
zenuwachtige
brugklasser
nieuwe
mooie
rode
een
gummetje
gloednieuw
dikke
woordenboeken
grote
schriften
grappige
voorkanten

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe schrijf je dat?
Normaal +e: een groene trui, een kale man
Geeft het aan waar het van gemaakt is +en: gouden medaille, houten lepel
Is het een modern materiaal, komt er niks achter: een plastic tas, polyester boot

Als het lidwoord het is, +e, wordt dit een, staat er niks achter
het kleine meisje, een klein meisje

Slide 18 - Diapositive

de ... (lief) jongen

Slide 19 - Question ouverte

een ... (goud) horloge

Slide 20 - Question ouverte

het ... (leer) rokje

Slide 21 - Question ouverte

de ... (nylon) kousen

Slide 22 - Question ouverte

een ... (vervelend) meisje

Slide 23 - Question ouverte

Bezitsvorm
De schoenen van mijn vader - mijn vaders schoenen

Normaal: +s
Eindigt het znw op een lange a, i, o, u, y? +'s
Eindigt het znw op een s-klank? +'

Slide 24 - Diapositive

De snoepjes zijn van Vincent. –
... snoepjes

Slide 25 - Question ouverte

Het huis van Koos. – ... huis

Slide 26 - Question ouverte

De handdoek van mama. – ... handdoek

Slide 27 - Question ouverte

Het huiswerk van Tian. –
... huiswerk

Slide 28 - Question ouverte