AFP 1.4 Medische terminologie en meervoudsvormen

AFP DA1B
Voorbereidingen op toets week 40; 
medische terminologie
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DoktersassistentMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

AFP DA1B
Voorbereidingen op toets week 40; 
medische terminologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
-De student heeft kennis van de meest voorkomende termen in de medische terminologie.
-De student heeft kennis van de meest voorkomende afkortingen in de medische terminologie.
- De student kan medische termen uitspreken en kent meervoudsvormen
- De student kan de plaats in een lichaam aangeven 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen- pak dit blad erbij
Reader Inleiding medische terminologie: 

Je moet de woordstam en combinerende vorm kunnen benoemen van een woord en je moet weten hoe woorden uitgesproken moeten woorden. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen met brieven (blz 14)
Boek: Inleiding medische kennis: blz. 10 t/m 13 (tot 2.4), blz. 14 (blauwe deel), blz. 20 (blauwe deel)
Oefenen: blz 12
 
 blz. 21 (blauwe deel) tot en met 23 (blauwe deel)
Dit moet je Lat-Ned kennen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
1. Bekijk de afkortingen op bladzijde 20 van het boek Inleiding medische kennis. Deze bladzijde mag je gebruiken bij de volgende opdracht. 
2. Noteer de betekenis van de afkortingen.
3. Wat staat er in de verschillende brieven op blz 14?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewegingsrichtingen (blz 8 boek med terminologie anatomie&fysiologie)

Leg uit wat onderstaande begrippen betekenen en zoek er een afbeelding bij of teken de beweging er zelf bij.

Flexie: buiging                                                   Pronatie:                                                                  
Extensie: strekking                                          Supinatie:

Abductie:
Adductie:

Endorotatie:
Exorotatie:

Anteflexie:
Retroflexie:





























Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In vergelijking met je bovenarm ligt je onderarm?
A
distaal
B
transversaal vlak
C
proximaal
D
mediane vlak

Slide 7 - Quiz

distaal Verst van het middelpunt gelegen 
proximaal dichts bij het middelpunt gelegen
Transversaal vlak: horizontaal vlak (craniaal-caudaal)
Mediane vlak : vlak in de middellijn gelegen 

Om een plaats in het lichaam te beschrijven, spreken we van ..... als we het hebben over: naar het midden toe

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beweging zie je hier?
a. anteflexie (buiging naar voren)
b. adductie (beweging naar de middellijn toe)
c. abductie (beweging van de middellijn af)
d. retroflexie (buiging naar achteren) 

Slide 10 - Diapositive

C
Hoe spreek je het woord carcinoom uit?
A
karsinoom
B
karkinoom
C
sarsinoom
D
sarkinoom

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe spreek je het woord naevus uit?
A
naeevus
B
noevus
C
neevus

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoudsvormen
Latijnse enkelvoudige woorden eindigen vaak op:
a - us - um
Villa         Medicus            Museum
Meervoud hiervan is:
Villae                  Medici                  Musea




Slide 13 - Diapositive

Voorbeelden:
Antibiotica - antibioticum 
Tubulus - tubuli
Thrombus-trombi
Capsula - capsulae
Cum Laude
Zie oefentoets KTB voor vragen welke je volgende 
week kan krijgen

Zie mail 16/9 met alle opdrachten welke je af moet hebben

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolg opdracht
1. ‘’Mevrouw de Boer heb ik op mijn su gezien vanwege een positieve FA voor hypertensie. Ik heb bij haar de RR gemeten en ik heb hierbij g.d.a. waargenomen. ‘’

2. ‘’Meneer Vriends heeft bij de doktersassistent een ECG laten maken vanwege een VG met hartklachten. Hij wordt na het LO door de arts verw naar het zkh.’’
3. ‘’Jessica (DA) heeft i.o.m. de arts een verw. Gemaakt voor het maken van een X van de arm van mevrouw de Wit’’.


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions