Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Basisstof 3: populaties
V4
Thema 5
Ecologie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt verschillende vormen van concurrentie en coöperatie onderschrijven;
Je kunt voorbeelden van concurrentie en coöperatie in een ecosysteem herkennen en beschrijven;
Je kunt uitleggen waar populatiegrootte en populatiedichtheid van afhankelijk is
Je kunt schommelingen in populatiedichtheid verklaren en beschrijven
Slide 2 - Diapositive
Hoe zat het ook alweer? Geef de definitie van het begrip soort
Slide 3 - Question ouverte
Hoe zat het ook alweer? Geef de definitie van het begrip populatie
Slide 4 - Question ouverte
Wat weet je nu al over symbiose?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
Bekijk het voedselweb hiernaast. Leg aan de hand van een voorbeeld uit dat er tussen sommige soorten sprake is van concurrentie
Slide 7 - Question ouverte
Sleep de afbeeldingen naar de bijbehorende omschrijving
Intra- en interspecifieke concurrentie
Kijk naar de term!
Met specifiek wordt in dit geval bedoeld: de soort.
intra = in
inter = tussen
Wat betekent intraspecifiek en interspecifiek?
intraspecifieke concurrentie
interspecifieke concurrentie
Slide 8 - Question de remorquage
Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 9 - Quiz
Omschrijf het voordeel voor de bij. Omschrijf het voordeel voor de plant.
Slide 10 - Question ouverte
Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 11 - Quiz
Van welke vorm van symbiose is hier sprake?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 12 - Quiz
In de afbeelding hiernaast is sprake van epifytisme.
Dit is een vorm van....
Een epifyt is een plant die op een andere (grotere plant) leeft. Hierbij onttrekt de epifyt geen voedingsstoffen aan de gastheerplant
A
mutualisme
B
commensalisme
C
parasitisme
Slide 13 - Quiz
Wat weet je nu over symbiose?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Vidéo
Geef de definitie van het begrip populatiedichtheid.
Slide 16 - Question ouverte
De populatiedichtheid is onderheving aan terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem
Slide 17 - Question de remorquage
Factoren die van invloed zijn op de populatiedichtheid kunnen op hun beurt weer van de populatiedichtheid afhankelijk zijn (en daardoor de populatiedichtheid regelen).
Sleep de factoren naar de juiste categorie.
dichtheidsafhankelijke factoren
dichtheidsonafhankelijke factoren
ziekte
sneeuwval
concurrentie
overstroming
parasitisme
temperatuur
voedselrelaties
Slide 18 - Question de remorquage
De populatiegrootte is afhankelijk van een aantal factoren.
Sleep de termen naar de juiste plaats in het schema.
populatiegrootte
immigratie
sterftecijfer
geboortecijfer
emigratie
Slide 19 - Question de remorquage
Leg uit wat een exoot is.
Slide 20 - Question ouverte
In een jong ecosysteem zijn nog veel niches vrij. Soort X vestigt zich in een jong ecosysteem in een vrije niche. Er is geen sprake van concurrentie, predatie en ziektes.
Volgens welke curve zal deze groei van deze soort waarschijnlijk verlopen?
A
B
Slide 21 - Quiz
Bekijk het diagram
In dit ecosysteem lijkt er sprake te zijn van een dynamisch evenwicht tussen een predator en zijn prooi
Bestudeer het diagram en beantwoord de vragen op de volgende slides
Slide 22 - Diapositive
Geef een verklaring voor het feit dat populatiedichtheid vossen in het jaar 1974 stijgt.
Slide 23 - Question ouverte
Geef een verklaring voor het feit dat populatiedichtheid konijnen in het jaar 1974 daalt.
Slide 24 - Question ouverte
In een predator-prooi evenwichtsdiagram is de piek van de predatordichtheid in de tijd altijd later dan de piek van de prooidichtheid. Leg dit uit.
Slide 25 - Question ouverte
Huiswerk
Je maakt het volgende werk:
Maak deze lessonup af,
Maak een begrippenlijst door alle begrippen in basisstof 5.3 te voorzien van uitleg. Doe dit digitaal of op papier,
Maak uit basisstof 3 de volgende opdrachten: 12, 16, 17 en 18