Les 4: H6 §3 en 4 klimaatverandering

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

2 minuten de tijd om...

• Werk- en lesboek op tafel te leggen; 
• Telefoon en oordopjes in je tas.                                                                                         Telefoon niet in je tas = inleveren 

•  Leerboek havo blz 92- 93, werkboek blz 99;
  

• Atlas op je tafel!!                                                                                                                                                                            

Planning 

- Terugblik §2 en 3 vorige week

- Lesdoelen 

- Uitleg B72, B85 B86 B87

- Zelfstandig werken § 3 

Vragen 1 t/m 11 (Atlasvr 9, 10) afmaken en nakijken

-  Zelfstandig werken § 4 opdr. 1t/m 6

- Werken aan je PO 

Leerdoelen

- wat de kenmerken zijn van de belangrijkste klimaten van Europa (koppen, B73)

– zeeklimaat

– landklimaat

– Middellandse Zeeklimaat

– toendraklimaat , sneeuwklimaat, hooggebergteklimaat

– droog klimaat

- wat het verband is tussen klimaat en plantengroei

Vandaag

Uitleg klimaten en weer in Europa

Opdracht (sleep spelletje)

Aan de slag

Afronden

Aantekening 

B42: Weer is plaatselijk en tijdelijk!

Weerselementen zijn neerslag, temperatuur en wind

Klimaat is het gemiddelde weer in een groot gebied en over een lange periode (30 a 40 jaar).

B72: Een klimaatdiagram  brengt de gemiddelde temperatuur en de neerslag van een plaats in beeld per maand.

vraag 7

W8 en W9

B73:klimaten

Cf = zeeklimaat

Cs = middelandse zeeklimaat

Df= landklimaat

B= droog klimaat 

ET= Toendra klimaat

EH= Hooggebergte klimaat

f= hele jaar neerslag

s=droge zomer

T=toendra en H= hoogebergte

Nog een ezelsbruggetje

A = APEN, apen zitten in het tropisch regenwoud

B = BLOEDHEET, het is heet in de woestijn

C = CEE (ZEE) KLIMAAT voor iemand die slist

D = duitsLAND, heeft een land klimaat

E = EXTREEM KOUD, het is koud op de polen

§4 aantekeningen

het klimaat verandert

• In Europa zie je verschillen in het klimaat (temperatuur en neerslag): klimaatverandering.
  
• De Bilt: warmer en natter neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger
  
• Gevolgen voor natuur: verschuiving groeiseizoen + nieuwe planten / dieren + verdwijnen planten / dieren
  

De temperatuurstijging heeft gevolgen voor de hoeveelheid landijs en voor de zeespiegel.

Poolstreken + hooggebergten: landijs smelt en periode jaarlijkse sneeuwbedekking korter.

Minder neerslag als sneeuw. gletsjers worden steeds kleiner

effect in koude gebieden

effect in koude gebieden

• Arctic greening: meer vegetatie in de koude gebieden.
  
• Voordelen van klimaatverandering: meer landbouwoppervlak
• nadelen van klimaatverandering: zeespiegelstijging , landen kunnen overstromen

Aan de slag!

Paragraaf 3 was huiswerk voor de volgende les! 

Atlasopdrachten 9, 10 afmaken

Opdrachten nakijken via somtoday

PO werken !

     Klimaatkenmerken

Klimaat Kenmerken: temperatuur/neerslag

• zeeklimaat koele zomers, zachte winters (gemiddelde wintertemperatuur nooit lager dan −3 °C)    neerslag in alle jaargetijden

• Middellandse Zeeklimaat warme zomers, zachte winters  neerslag vooral in de herfst en winter; droge zomer
• landklimaat hete zomers, koude winters (gemiddelde temperatuur van de koudste maand is minder dan −3 °C)
• toendraklimaat gemiddelde zomertemperatuur niet hoger dan 10°C, gemiddelde wintertemperatuur lager dan −10°C
• sneeuwklimaat de gemiddelde temperatuur het hele jaar lager dan 0 °C  
• hooggebergteklimaat gemiddelde zomertemperatuur lager dan 10°C