B1 4,2 Domeinstelsel en herhalen betrouwbaarheid van bronnen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

4.2 Op het domein

en herhaling betrouwbaarheid van bronnen

Primaire bronnen zijn altijd

1. Ongeschreven
2. Geschreven
3. Geschreven en ongeschreven

Secundaire bronnen

1. Komen uit de tijd zelf
2. Zijn uit een latere tijd afkomstig

Betrouwbaarheid van bronnen is een probleem bij geschiedenis, omdat bronnen onjuiste informatie kunnen bevatten

1. Ja, dat klopt
2. Nee, dat is niet waar

Als je kijkt wanneer de bron is gemaakt

1. Dan maakt het niet uit of de ooggetuige pas na 50 jaar zijn verhaal doet
2. Dan is het belangrijk dat er niet teveel tijd tussen het gebeurtenis en het verslag zit

Hoe minder tussenschakels, hoe betrouwbaarder de bron

1. Ja, dit klopt
2. Nee, dit maakt niet uit

Het is altijd duidelijk wat de bedoeling is van de maker van de bron

1. Ja, want een schrijver is altijd onpartijdig en geeft een neutrale boodschap (geen mening)
2. Nee, want een maker kan ook partijdig zijn en daardoor een bepaalde boodschap overbrengen

Bij betrouwbaarheid
van bronnen let ik op:

Opdracht voor 30/3

Instructie op Classroom

Individueel maken en inleveren! Lijken antwoorden teveel op elkaar, dan kan ik die niet beoordelen

Cijfer telt 1x mee!

4.1 vraag 8

a. W2 Karel wist wel van het plan, want hij kon al geen nee zeggen. W3 zegt dat hij niet wist van het plan, want als hij het geweten had... "Geen voet in de kerk"

b. W2 meest betrouwbaar... 3 jaar na de kroning. W3 minder betrouwbaar, want 15 jaar na de kroning.

c. Bron W3 meer betrouwbaar, want Einhard kan het als vriend van de koning zelf gehoord hebben.

d. Nu minder betrouwbaar, want als je Karel als voorbeeld gebruikt zeg je alleen maar goede dingen (wrs).

Bekijk het filmpje goed!

Zorg dat je straks minimaal drie zaken kunt benoemen bij het hofstelsel!

Dit past allemaal
bij het hofstelsel