Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Di 24 september Lijdende en bedrijvende vorm
Lijdende en bedrijvende vorm
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lijdende en bedrijvende vorm
Slide 1 - Diapositive
Bedrijvende zin of Actieve zin
Het onderwerp doet zelf iets:
"De aanvaller schopt de bal in het doel"
Onderwerp = de aanvaller
Lijdend voorwerp = de bal
Slide 2 - Diapositive
Lijden zin of Passieve zin
In zinnen met een lijdende vorm staat een vorm van:
WORDEN of ZIJN en een
VOLTOOID DEELWOORD.
Er staat nooit een lijdend voorwerp in een lijdende zin.
Slide 3 - Diapositive
lijdende en bedrijvende vorm.
Slide 4 - Diapositive
Lijdende en bedrijvende vorm
Slide 5 - Diapositive
Lijdende vorm
Bedrijvende vorm
Wij hadden gisteren onze boeken opgehaald bij de mediatheek.
We waren uitgenodigd door onze docent Nederlands voor een leesclub.
Uiteindelijk bleek het een ontzettend leerzame bijeenkomst te zijn.
We werden overladen met interessante titels en literaire begrippen.
We hadden genoeg inspiratie gekregen voor de rest van onze leeslijst.
Slide 6 - Question de remorquage
Bedrijvende vorm
Lijdende vorm
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.
De bakker werd door de hond aangevallen.
Word jij later docent aardrijkskunde?
Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!
Heb jij al voor het proefwerk geleerd?
Slide 7 - Question de remorquage
Lijdende of bedrijvende vorm?
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 8 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
Het pakketje werd door de bezorger opgehaald.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 9 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm
Slide 10 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 11 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
De leerling heeft de toets gisteren niet kunnen maken.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 12 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm
Slide 13 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm? De hond wordt door mijn moeder uitgelaten.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 14 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
'De hovenier verzorgde het grasveld goed.'
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 15 - Quiz
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
... kun je de werkwoordstijden
ott
,
ovt
,
vtt
en
vvt
benoemen.
Slide 16 - Diapositive
Benoem de werkwoordstijd.
Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 17 - Quiz
Iris loopt naar school.
Werkwoordstijd?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 18 - Quiz
Benoem de werkwoordstijd.
Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 19 - Quiz
Werkwoordstijden:
Ik heb gitaar gespeeld.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 20 - Quiz
werkwoordstijden
Wat is de werkwoordstijd van de onderstaande zin?
In de vakantie is hij van zijn fiets gevallen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 21 - Quiz
Werkwoordstijden
Ik heb voor geschiedenisles gekozen.
A
ott = onvoltooid tegenwoordige tijd
B
vtt = voltooid tegenwoordige tijd
C
ovt = onvoltooid verleden tijd
D
vvt = voltooid verleden tijd
Slide 22 - Quiz
werkwoordstijden
Wat is de werkwoordstijd van de onderstaande zin?
Hoeveel jaar heeft je vriendin in Leiden gewoond?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 23 - Quiz
werkwoordstijden
Wat is de werkwoordstijd van de onderstaande zin?
Had je de afwas al gedaan?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 24 - Quiz
werkwoordstijden
Wat is de werkwoordstijd van de onderstaande zin?
De aannemer moet morgen het huis opleveren.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt
Slide 25 - Quiz
Werkwoordstijden
Ik koos voor een date met Piet.
A
ott = onvoltooid tegenwoordige tijd
B
vtt = voltooid tegenwoordige tijd
C
ovt = onvoltooid verleden tijd
D
vvt = voltooid verleden tijd
Slide 26 - Quiz
Huiswerk voor do 26 september
Maken opdracht 10 en 11
Je herkent de bedrijvende en de lijdende vorm.
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Lijdende en bedrijvende vorm
Décembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Do 17 okt Lijdende en bedrijvende vorm
Octobre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Do 26 september Lijdende en bedrijvende vorm
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Lijdende en bedrijvende vorm
Décembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Lijdende en bedrijvende vorm
Août 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ma 5 febr Lijdende en bedrijvende vorm
Septembre 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H5: Lijdende en bedrijvende vorm
Mars 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 - Bedrijvende en lijdende vorm
Novembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3