Do 17 okt Lijdende en bedrijvende vorm

Lijdende en bedrijvende vorm
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lijdende en bedrijvende vorm

Slide 1 - Diapositive

Bedrijvende zin of Actieve zin
Het onderwerp doet zelf iets:
"De aanvaller schopt de bal in het doel"
Onderwerp = de aanvaller
Lijdend voorwerp = de bal

Slide 2 - Diapositive

Actieve of passieve zinnen
Actieve zin is bedrijvend. Heeft de voorkeur
(Ezelsbruggetje: Action = een bedrijf)
Passief = lijdend

Slide 3 - Diapositive

Lijden zin of Passieve zin
In zinnen met een lijdende vorm staat een vorm van:
WORDEN of ZIJN en een
VOLTOOID DEELWOORD.
Er staat nooit een lijdend voorwerp in een lijdende zin.

Slide 4 - Diapositive

lijdende en bedrijvende vorm.

Slide 5 - Diapositive

Lijdende en bedrijvende vorm

Slide 6 - Diapositive

Lijdende vorm
Bedrijvende vorm
Wij hadden gisteren onze boeken opgehaald bij de mediatheek. 
We waren uitgenodigd door onze docent Nederlands voor een leesclub.  
Uiteindelijk bleek het een ontzettend leerzame bijeenkomst te zijn. 
We werden overladen met interessante titels en literaire begrippen. 
We hadden genoeg inspiratie gekregen voor de rest van onze leeslijst. 

Slide 7 - Question de remorquage

Bedrijvende vorm
Lijdende vorm
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.

De bakker werd door de hond aangevallen.
Word jij later docent aardrijkskunde?

Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!

Heb jij al voor het proefwerk geleerd?

Slide 8 - Question de remorquage

Lijdende of bedrijvende vorm?
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 9 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?

Het pakketje werd door de bezorger opgehaald.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 10 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?
De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.

A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 12 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?

De leerling heeft de toets gisteren niet kunnen maken.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 13 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 14 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm? De hond wordt door mijn moeder uitgelaten.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 15 - Quiz

Lijdende of bedrijvende vorm?
'De hovenier verzorgde het grasveld goed.'
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 16 - Quiz

Huiswerk voor ma 21 okt
Grammatica blok 2
Je weet het verschil tussen een wederkerend voornaamwoord en een wederkerig voornaamwoord
Je kunt van een lijdende zin een bedrijvende zin maken en andersom
Maken opdr. 8 t/m 11






Slide 17 - Diapositive