mh 5.3: Indicatoren, ontwikkeling meten

Je weet wat de drie economische sectoren zijn, hoe een land zich econ. kan ontwikkelen door een verschuiving van de ene naar de andere sector en waarom sommige landen zich sneller ontwikkelen dan andere landen.
Je weet het verschil tussen bbp en bbp per hoofd, je begrijpt waarom de HDI een completer beeld geeft van de ontwikkeling van een land dan het bbp per hoofd en kunt de indicatoren voor een land opzoeken in de atlas.
uitleg
Aardrijkskunde
1 t/m 4
Heb je het lesdoel bereikt?
1 t/m 4 afmaken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Je weet wat de drie economische sectoren zijn, hoe een land zich econ. kan ontwikkelen door een verschuiving van de ene naar de andere sector en waarom sommige landen zich sneller ontwikkelen dan andere landen.
Je weet het verschil tussen bbp en bbp per hoofd, je begrijpt waarom de HDI een completer beeld geeft van de ontwikkeling van een land dan het bbp per hoofd en kunt de indicatoren voor een land opzoeken in de atlas.
uitleg
Aardrijkskunde
1 t/m 4
Heb je het lesdoel bereikt?
1 t/m 4 afmaken

Slide 1 - Diapositive

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Vorige les
− Je weet wat de drie economische sectoren zijn.
− Je begrijpt hoe een land zich economisch kan ontwikkelen door een verschuiving van de ene naar de andere sector.
− Je begrijpt waarom sommige landen zich sneller ontwikkelen dan andere landen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
– Je weet het verschil tussen bbp en bbp per hoofd.

– Je begrijpt waarom de HDI een completer beeld geeft van de ontwikkeling van een land dan het bbp per hoofd.

– Je kunt de indicatoren voor een land opzoeken in de statistiek van de Grote Bosatlas.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicatoren
Of een land ontwikkeling doormaakt, is afhankelijk van verschillende factoren.

Je kan dit checken door middel van verschillende indicatoren.

Een indicator toont iets aan. Een hoog sterftecijfer toont bijvoorbeeld aan dat een land  slecht ontwikkeld is.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto Binnenlands Product
De bekendste indicator is het BBP: bruto binnenlands product.

Het BBP staat voor de waarde van alle goederen en diensten in een land.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BBP per hoofd
Handiger is om te kijken naar wat het BBP per hoofd is. Je bekijkt dan wat het BBP is per inwoner. Zo kan je makkelijker landen met elkaar vergelijken.

Je berekent het BBP per hoofd door:

BBP : aantal inwoners

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meerdere indicatoren
Nog beter is niet alleen naar de inkomsten van een land (BBP per hoofd) te kijken, maar ook naar meerdere indicatoren.

Hier volgt een opsomming van indicatoren waarmee je goed kan vergelijken.

Let op: binnen een land kunnen grote verschillen zijn!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensverwachting
Wat is de gemiddelde leeftijd waarop mensen overlijden.

Dat geeft een cijfer op gezondheidszorg, dus op ontwikkeling.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Analfabetisme
Aantal personen die analfabeet is (die niet kunnen lezen/schrijven).

Dat geeft een cijfer op onderwijs, dus op ontwikkeling.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere indicatoren
- voedselvoorziening
- staatsschuld
- aantal artsen per inwoner
- aantal auto's per inwoner
- aantal McDonald's-restauranten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Human Development Index
De meest gebruikte ontwikkelingsindicator is het HDI, het Human Development Index-cijfer

Dit is een indicator die verschillende indicatoren die iets zeggen over ontwikkeling combineert.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cf = Gematigd (C) zonder droge periode (f)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over de lesstof? :-)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag:
§5.3

Maak nu opdracht: 1 t/m 4


Klaar? Overleg met je docent
Huiswerk: 1 t/m 4 afmaken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions