hb3.dp Les 1 - activiteit organiseren

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie, in je tas
  
• Jas & tas aan de kapstok
• Schoolspullen op tafel: Boek, laptop, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

 Dienstverlening & Producten

Welkom bij Dienstverlening & Producten Les 1

Na deze les weet je:

- uit welke onderdelen een activiteit bestaat

- wat een budget is

- hoe je een ruimte kunt inrichten

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Kennismaken

• Even voorstellen...
• Wie ben je & waar houd je van
• Waarom heb je Dienstverlening & Producten gekozen?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Activiteiten & Evenementen

Een activiteit of event kan zowel privé als professioneel zijn.

Verschillende soorten activiteiten en evenementen zijn:

• Sportactiviteiten​
• Feestelijke activiteiten​
• Muzikale activiteiten​
• Informatieve activiteiten​
• Recreatieve activiteiten

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Prive of professioneel?

B. Concert

A. Bruiloft

C. Festival

D. Verjaardag

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

De 5 W's

De 5 W's gebruik je om vooraf eerst meer informatie te krijgen.

Wie: voor wie wordt er een activiteit georganiseerd

Wat: wat wordt er georganiseerd

Waar: waar gaat de activiteit plaatsvinden

Wanneer: welke datum, dag en tijd

Waarom: wat is de reden dat het georganiseerd wordt

De 5 W’s zijn een hulpmiddel voor het stellen van vragen aan de opdrachtgever

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Doelgroep

Een doelgroep is de groep mensen waar je een activiteit voor organiseert. Bijvoorbeeld: kleuters, volwassenen, senioren.

Voor welke doelgroep organiseer je de volgende activiteiten?

• Kinderfeestje
• Bedrijfsuitje
• Buurt BBQ
• Ouderenbingo

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

De Opdrachtgever

De opdrachtgever:

• is degene die de activiteit aanvraagt
• Betaalt
• heeft doelen en verachtingen van het resultaat

"Wie is de opdrachtgever bij het schoolfeest?"

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Organiseren activiteit

Het organiseren van een activiteit of evenement doe je in 5 fasen:​

Fase 1: overleg met de opdrachtgever​

Fase 2: plan van aanpak maken en presenteren​

Fase 3: draaiboek maken​ 

Fase 4: draaiboek (in het echt) uitvoeren​

Fase 5: evalueren 

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Plan van aanpak (PVA)

In een plan van aanpak geef je een globale opzet van hoe je de activiteit wilt organiseren. Hierbij ga je nog niet in op de kleine details.

• Presenteren PVA aan de opdrachtgever
  
• PVA is rode draad idee
  
• Vaak presenteer je dit met een PowerPoint

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Budget

Een budget is het totale geldbedrag dat beschikbaar wordt gesteld aan bijvoorbeeld de organisatie van een evenement.

Zo is het promotiebudget het totale geldbedrag dat besteed mag worden aan de promotie van het evenement.

Het budget wordt aan het begin van een 

boekjaar vastgesteld.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Budget

Stel je voor dat je elke maand zakgeld krijgt. Een budget helpt je om te plannen:

• Hoeveel geld je hebt (bijvoorbeeld je zakgeld).
• Waar je dat geld aan uit wilt geven (bijvoorbeeld aan snoep, speelgoed, of sparen).

Zo zorg je ervoor dat je niet te veel uitgeeft en altijd genoeg overhoudt voor dingen die je belangrijk vindt. Het is eigenlijk een manier om je geld goed te beheren.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Draaiboek

Een draaiboek is een uitgewerkt plan van aanpak van een activiteit. In een draaiboek staat in chronologische volgorde vermeld wat er wanneer

gedaan en georganiseerd moet worden.

Een draaiboek bestaat uit deze onderdelen:

•  Voorbereiding: voor de activiteit
• Uitvoering: tijdens de activiteit
• Nazorg: na de activiteit

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Draaiboek voorbereiding

Tijdens de voorbereiding van een activiteit wordt gekeken naar de kosten. Onderdelen die bij de draaiboek voorbereiding horen zijn:

Variabele kosten: is afhankelijk van het aantal deelnemers

Constante kosten: veranderen niet mee bij meer of minder deelnemers

Onvoorziene kosten: kosten die je van tevoren niet kunt inschatten

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Draaiboek nazorg

Werkzaamheden die na afloop activiteit nog verricht moeten worden. Voorbeelden:

• Opruimen en schoonmaken
• Gehuurde materialen terugbrengen
• Evalueren: (Je kijkt naar wat er wel en niet goed ging, om daar van te leren.)
• Medewerkers/sponsoren bedanken
• Rekeningen betalen die nog niet zijn betaald
• Bedankje regelen/uitdelen

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Evalueren

Dit betekend: Achteraf kijken hoe iets is gegaan, zowel in de voorbereiding als tijdens de uitvoering van de opdracht.

Een ander woord voor evalueren is ook wel reflecteren.

Evalueer met: Medeleerlingen, Deelnemers & Opdrachtgever

Evalueer de activiteit door jezelf af te vragen:

"Waren de activiteiten op niveau van de deelnemers?"

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Ruimte inrichten

Vindt je activiteit in een ruimte plaats?

Dan kun je deze op de volgende manieren inrichten.

Project de Schoenendoos

• Actie voor een goeddoel - Opdrachtgever = Stichting GAIN
• Schoenendoos vullen voor kinderen die nooit een cadeautje krijgen
• Wij komen in actie en organiseren een activiteit om deze doos te vullen!

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

    Begrippen uit deze les

• Opdrachtgever
• De 5 W's
• Privé activiteit
• Professioneel evenement
• Organiseren
• Doelgroep​
• Draaiboek
• Plan van aanpak
• Brainstormen