M3 week 21

M3 week 21
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

M3 week 21

Slide 1 - Diapositive

1HV1 Première leçon
Les objectifs :

 Unité 4 Adrénaline
* Je kunt de gebiedende wijs toepassen.
* Je kunt m.b.v. vragen een Franse serie begrijpen.
* Je kunt de ontkenning toepassen in een zin.

Le programme :
Apprendre (= leren) Appr. 5 page 153
Faire (=maken/ doen) ex. 16abcd 
Portfolio Lupin af 25 mei

Bonjour! Bienvenue à la semaine vingt- et -un!

Slide 2 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Répéter la semaine dernière
  • Corriger ex. 9-14 
  • Au travail lesson up inloggen
  • Reflectie invullen lesson up week 21
  • Faire ex. 16ABCD p.139-140
  • Faire portfolio Lupin
  • Blooket ontkenning

Slide 3 - Diapositive

Répéter la semaine dernière
Wat hebben we vorige week ook alweer geleerd?
Magister geeft de beurt!


  • Wat betekent het werkwoord " être "?
  • Wat betekent het werkwoord " mettre"?
  • Hoe maak je de volgende zin ontkennend? Je suis fort. 
  • Wat betekent " le casse-cou "? 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Controler les devoirs  
= maakwerk controleren

Afgelopen week hebben jullie ex. 9-14 gemaakt. 
Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

Magister/ Elo/ Bronnen / Gedeelde documenten / Antwoorden U4 ex. 9-14
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

De ontkenning

Slide 6 - Diapositive

Hoe maak je een ontkenning?
A
Euhm?
B
Ne voor de pv en de ontkenning erachter.
C
Ne voor de pv .
D
Je schrijft pas op en klaar.

Slide 7 - Quiz

Welke woorden hebben we in het Frans nodig voor een ontkenning?
A
Ne...(rest vd zin)
B
Ne...pas
C
Pas...de
D
Ne...(het werkwoord)

Slide 8 - Quiz

In welke zin staat een ontkenning:
A
Ik hou niet van sporten.
B
Ik fiets nooit hard.
C
Ik weet het niet.
D
Ik heb geen boeken bij me.

Slide 9 - Quiz

Wat is de ontkennende zin van
je regarde la télé?
A
Je regarde ne la télé pas
B
Je ne regarde pas la télé
C
Ne je pas regarde la télé
D
je ne regarde la télé pas

Slide 10 - Quiz

Wat is de ontkennende zin van
je regarde la télé?
timer
0:15
A
Je regarde ne la télé pas
B
Je ne regarde pas la télé
C
Ne je pas regarde la télé
D
je ne regarde la télé pas

Slide 11 - Quiz

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France
A
Vous ne êtes pas en France
B
Vous êtes en ne France pas
C
Vous n'êtes pas en France
D
Vous n'êtes en France pas

Slide 12 - Quiz

Maak ontkennend:
Jullie zijn nooit ziek.
A
Vous ne êtes pas malades.
B
Vous ne êtes jamais malades.
C
Vous n'êtes rien malades.
D
Vous n'êtes jamais malades.

Slide 13 - Quiz

De gebiedende wijs

Slide 14 - Diapositive

De gebiedende wijs wordt gebruikt om een bevel te geven
A
klopt
B
klopt niet

Slide 15 - Quiz

Gebiedende wijs:
Hoe zeg je in het Frans
"Geef mij wat !"
A
Donne-moi quelque chose !
B
Venez avec moi !
C
Ne donne pas !
D
Viens ici !

Slide 16 - Quiz

Je gebruikt de je-vorm van de gebiedende wijs als je …
A
tegen 1 iemand praat die je met jij aanspreekt
B
tegen 2 of meer mensen praat.
C
tegen iemand praat die je met u aanspreekt.
D
altijd.

Slide 17 - Quiz

Welke vormen gebruik je voor de gebiedende wijs?
A
tu
B
je
C
vous
D
nous

Slide 18 - Quiz

'Kijk!'
In het Frans?
(Regarder met tu + gebiedende wijs)
A
Regardes tu!
B
Tu regardes!
C
Regardes!
D
Regarde!

Slide 19 - Quiz

Wat is de gebiedende wijs tegen één persoon van het ww "donner"?
A
donne le livre!
B
donnons le livre!
C
donnez le livre!

Slide 20 - Quiz

welke zijn gebiedende wijs vormen van het ww. gaan?
A
vais! allons!
B
vais! allez!
C
vas! allez!
D
va! allez!

Slide 21 - Quiz

(entrer, gebiedende wijs) Kom binnen allemaal!
A
entre tous!
B
entrez tous!
C
entrons
D
entre

Slide 22 - Quiz

Geef antwoord op de volgende vragen:
1.Heb je het doel behaald? Zie eerste slide.
2.Wat ging er goed in de les?
3.Wat kan er de volgende les beter?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

FIN

Slide 25 - Diapositive