Dé Quiz

De Quizzzzz
leerstof toetsweek 

bij open vragen denk aan: hoofdletters, leestekens, spel- en taalfouten
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De Quizzzzz
leerstof toetsweek 

bij open vragen denk aan: hoofdletters, leestekens, spel- en taalfouten

Slide 1 - Diapositive


De oude man woonde eenzaam en alleen in het veel te grote huis.

In deze zin zit een 
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 2 - Quiz


Sinterklaas rijdt sinds mensenheugenis op een witte schimmel.

In deze zin zit een 
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 3 - Quiz


Bij de verhuizing viel de piano vanaf de tweede dieping omlaag.

In deze zin zit een 
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 4 - Quiz


Maak het spreekwoord af.

Spreken is zilver, ...
timer
0:10

Slide 5 - Question ouverte


Maak de uitdrukking af.

iemand op zijn ...
timer
0:10

Slide 6 - Question ouverte


- doelstelling -   betekent

A
streven
B
mikpunt

Slide 7 - Quiz


De tas is toch al uitgepakt?

Deze zin is 
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 8 - Quiz


Op deze school steek je niets op.

Deze zin is 
A
ambigu
B
incongruent

Slide 9 - Quiz


 ‘Een van de weinigen die daar werken, is zich erg bewust van zijn werklast’.

Verbeter deze zin door één woord aan te passen.
timer
0:20

Slide 10 - Question ouverte


Een groot aantal mensen konden niet naar binnen.

Verbeter deze zin door één woord aan te passen.

Slide 11 - Question ouverte


De media krijgt zoals altijd de schuld van alles!

In deze zin is sprake van 
A
ambiguïteit
B
incongruentie

Slide 12 - Quiz


De media krijgt zoals altijd de schuld van alles!

Verbeter deze zin door één woord aan te passen.

Slide 13 - Question ouverte


De rapper droeg het nummer op aan zijn vermiste broer en zijn vrouw.

In deze zin is sprake van 
A
ambiguïteit
B
incongruentie

Slide 14 - Quiz


Aïsha vraagt Noor tien euro te leen.

In deze zin is sprake van 
A
ambiguïteit
B
incongruentie

Slide 15 - Quiz


Na maar even geslapen te hebben, moest zij al weer aan het werk.

Noteer de beknopte bijzin.  

Slide 16 - Question ouverte


Zich verheugend op de vakantie kocht Finnie alvast een nieuwe bikini.

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Slide 17 - Question ouverte


Trillend van angst redde de brandweer het katje uit de boom.

Verbeter deze zin omdat de beknopte bijzin fout is.

Slide 18 - Question ouverte


Zwaaiend naar de ouders, vertrok de bus met groep 8 naar Terschelling.

Verbeter deze zin.

Slide 19 - Question ouverte


Ooit zei mijn opa tegen mij: "Zorg dat je als meisje je eigen boterham kunt verdienen."

De hoofdletters en leestekens zijn 
A
goed gebruikt
B
fout gebruikt

Slide 20 - Quiz


Omdat Wout zo vertreffelijk speelde gaf Koeman hem een lolly.

De hoofdletters en leestekens zijn 
A
goed gebruikt
B
fout gebruikt

Slide 21 - Quiz


Zal ik haar vragen of zij straks mee wil naar Utrecht?

De hoofdletters en leestekens zijn 
A
goed gebruikt
B
fout gebruikt

Slide 22 - Quiz


"Hè verdorie, Joost zou toch het konijnenhok schoonmaken," zei moeder boos

De hoofdletters en leestekens zijn 
A
goed gebruikt
B
fout gebruikt

Slide 23 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
aub
B
a.u.b.

Slide 24 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
giechelen
B
giegelen

Slide 25 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
carnavaloptocht
B
carnavalsoptocht

Slide 26 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
prakkiseren
B
prakiseren

Slide 27 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
havo
B
h.a.v.o.

Slide 28 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
plastik
B
plastic

Slide 29 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
ruggenspraak
B
ruggespraak

Slide 30 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
inovatieve
B
innovatieve

Slide 31 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
secondewijzer
B
secondenwijzer

Slide 32 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
vacuum
B
vacuüm

Slide 33 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
electrische
B
elektrische

Slide 34 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
vijftien duizend
B
vijftienduizend

Slide 35 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
antiaanbakpan
B
anti-aanbakpan

Slide 36 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
anti Wilders
B
anti-Wilders

Slide 37 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
antijacht
B
anti-jacht

Slide 38 - Quiz


Welk woord is goed gespeld? A of B?
A
rustijden
B
rusttijden

Slide 39 - Quiz


Schrijf de werkwoorden goed. Noteer ze onder elkaar.

(Stralen) (showen) de mannequin de nieuwste najaarscollectie, terwijl
ze (worden) (verblinden) door alle spotlights.

Slide 40 - Question ouverte


Schrijf de werkwoorden goed. Noteer ze onder elkaar.

(Begeleiden) je vader je jongste zusje tijdens de avondvierdaagse of (begeleiden) jij haar

Slide 41 - Question ouverte


Schrijf de werkwoorden goed. Noteer ze onder elkaar.

De (duperen) winkelier (verwachten) al dat de (lijden) schade door
de de verzekering (dekken) zou worden.

Slide 42 - Question ouverte