Herhaling 2TV | lw en zn

• Nederlands
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herhaling 

H2 Taalverzorging

lidwoord & zelfstandig naamwoord

Lidwoord

Er zijn drie lidwoorden:

- de

- het 

- een 

Zelfstandige naamwoorden 

- Woorden voor mensen, dieren,  dingen, planten en namen

- Je kunt er altijd de, het of een voor zetten

- Je kunt het verkleinen
  (boom-boompje | opa-opaatje)

- Je kunt het in enkelvoud/meervoud

   zetten

  (hond-honden | opa - opa's)

Zelfstandige naamwoorden 

Een zelfstandig naamwoord kan enkelvoud, meervoud, verkleinwoord enkelvoud of een verkleinwoord meervoud zijn. 

Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden! 

Lidwoord + zelfstandig naamwoord

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?

1. boos
2. beker
3. muziek
4. groen

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?

1. woord
2. in
3. Berlijn
4. fietst

Noteer het zelfstandige naamwoord.
'Wil jij het raam dichtdoen?'

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Dewi leest elke avond in haar favoriete boek.'

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Yula gaat in de zomer vaak zwemmen.'

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Ik kocht twee broeken en een t-shirt in de winkel'

Noteer het zelfstandige naamwoord.
'Ik vind het gedicht heel mooi.'

Noteer de zelfstandige naamwoorden.
'Wij gaan met de trein naar Maastricht.'

Er hingen veel ... in de boom.

In de vakantie gingen we een dag naar ...

De ... kopte de bal in het doel.

appels

Rotterdam

voetballer

... plant

1. de
2. het

... beest

1. de
2. het

... katten

1. de
2. het

... fiets

1. de
2. het

... gebouw

1. de
2. het

... stadje

1. de
2. het

verkleinwoord
plant

meervoud
plant

verkleinwoord
beest

meervoud
beest

verkleinwoord
kat

meervoud
kat

verkleinwoord
fiets

meervoud
fiets

verkleinwoord
gebouw

meervoud
gebouw

verkleinwoord
stad

meervoud
stad

www.jufmelis.nl

oefenen lidwoord

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl